3D-printeroperator: een eerste opleiding in Doornik

3D-printen ontwikkelt zich geleidelijk tot een onmisbare technologie. Al enkele jaren gebruikt Defensie dit om motoronderdelen, helmclips en andere essentiële onderdelen op het terrein te produceren. Het logistieke opleidingscentrum van Doornik biedt nu een aangepaste opleiding aan om het volledige potentieel van deze printers optimaal te benutten. Ter gelegenheid van de eerste sessie gingen we op zoek naar meer informatie hierover.

 

Vier militairen uit de logistieke eenheden van het 29e en 18e Logistiek Bataljon hebben deze eerste trainingssessie gevolgd, die vorige week werd afgerond. Ze beschikten al over technische vaardigheden, zoals draaien, frezen en lassen. Gedurende vijf dagen leerden ze de werking van een 3D-printer: het begrijpen van de mechanismen, het instellen van de printer en het verkennen van de mogelijkheden.

 

De eerste militairen opgeleid in België

 

“Het was de eerste keer dat we deze cursus gaven. Deze militairen zijn nu in staat om 3D-printen bij hun werk toe te passen”, verklaart Adjudant-majoor Tom Vermandere, verantwoordelijke voor de vorming. “We hebben vier personen tegelijk opgeleid en aan het einde van de opleiding kreeg elk van hen een 3D-printer mee naar hun eenheid.”

 

Dit initiatief is nog maar het begin. In de toekomst zullen er opleidingen worden georganiseerd in het Frans, Nederlands en Engels. Het uiteindelijke doel is om militairen uit andere landen te verwelkomen, waaronder Zweden en Polen.

 

Tijds- en efficiëntiewinst op het terrein

 

Deze 3D-printers worden ingezet in mobiele werkplaatsen voor snelle reparaties op het terrein. In plaats van een maand te wachten op een reserveronderdeel, kan een voertuig op één dag gerepareerd worden.

 

Deze werkplaatsen brengen niet alleen 3D-printeroperators samen, maar ook specialisten die beschadigd materiaal ter plaatse kunnen herstellen. “Deze printers zijn de toekomst”, zegt Jay, de assistent van Tom. Elke machine kost tussen de 7.000 en 8.000 euro.

 

Een gespecialiseerde technische opleiding

 

Instructeur Ian licht het programma toe: “De cursisten leren verschillende soorten materialen gebruiken voor het printen, zoals plastic en andere sterkere, flexibele, harde of waterdichte materialen.” Basiskennis van mechanica of lassen is wel een pluspunt, omdat het helpt te begrijpen dat bepaalde ontwerpen niet veilig zijn om te printen.

 

“In het begin waren sommige ontwerpen nog onnauwkeurig, maar op enkele dagen tijd verbeterden de cursisten aanzienlijk”, merkt Ian op. Soldaat Armando-Jan, een van de eerste trainees, deelt zijn ervaring: “Dankzij 3D-printen kunnen we onderelen in slechts 20 minuten produceren. Dat bespaart enorm veel tijd. In het begin had ik moeite met bepaalde instellingen, maar na een paar dagen werd alles eenvoudiger.”

 

Een veelbelovende toekomst

 

De volgende stap is de introductie van een scanner waarmee onderdelen direct gemodelleerd kunnen worden voor reparatie. “Vandaag leiden we lassers op, maar waarom zouden we deze opleiding niet uitbreiden naar andere domeinen, zoals militaire geneeskunde of de luchtvaart? In Spanje wordt 3D-printen al gebruikt in de luchtvaartindustrie”, voegt Tom toe.

 

De toekomst ziet er veelbelovend uit: vanaf 2026 zal Defensie drie nieuwe metalen 3D-printers ontvangen, bestemd voor de Koninklijke Militaire School, Zeebrugge en Rocourt. Dit is een belangrijke stap die bevestigt dat 3D-printen niet langer een technologie van de toekomst is, maar al een realiteit is.

Y. Willems

Gert-Jan D'haene