Training buiten de comfortzone voor de luchtverkeersleiders in Ursel

Het voormalige NAVO-reservevliegveld in Ursel stond deze week bol van de activiteit. Militaire luchtverkeersleiders van onze verschillende basissen kwamen bijeen om het concept van de Deployable Air Traffic Manager (DATM) te trainen. Deze training bereidt de Air Traffic Controller (ATC) voor op het uitvoeren van taken in soms moeilijke militaire omstandigheden, buiten de comfortzone.

 

Het wereldwijde werkterrein van onze militaire operaties en de gevarieerde gebieden waar onze militairen worden ingezet, betekenen dat het niet altijd mogelijk is om op een conventionele, beveiligde landingsbaan te landen. Om zich aan deze situaties aan te passen, worden luchtverkeersleiders en hun teams getraind om een eenvoudig braakliggend terrein om te toveren in een operationele landingsbaan, met alle specifieke kenmerken die dit met zich meebrengt.

 

Omgeving niet altijd ideaal

“Onze hoofdtaak als ATC speelt zich af in de controletoren van de luchtmachtbasis”, legt luitenant Bultinck, zelf ATC, uit. Soms is het gewoon je werk doen onder conventionele omstandigheden in het buitenland. “Maar soms moeten vliegtuigen landen op ongewone locaties, zoals grasvelden of onverharde terreinen, vooral tijdens evacuaties uit conflictgebieden waar de veiligheidsomstandigheden niet altijd ideaal zijn”, voegt hij eraan toe.

 

Tactische ATC

Concreet gaan we in conflictgebieden waar de situatie ingewikkelder is, in twee fasen te werk. Een tactische- en een ‘niet tactische’ fase. Eerst nemen interventieteams zoals Special Forces, paracommando’s of pathfinders de controle over het gebied, beveiligen het en laten het eerste vliegtuig landen. “Vervolgens komen de tactische ATC in actie en markeert de landingsbaan voor de volgende piloten. Tijdens de operatie staan de tactische ATC op de rand van de landingsbaan, meestal onder dekking, en communiceren ze enkel via mobiele radio’s.” Tijdens de oefening die we observeren, is de luitenant zelf in gevechtstenue, om een tactische fase realistisch te simuleren. “Het tactische plaatje is alleen mogelijk bij goede weersomstandigheden, omdat er altijd visueel contact moet zijn met het vliegtuig om het veilig te laten landen.”

 

Niet-tactische fase

In de tweede fase, wanneer de grootste veiligheidsrisico’s zijn verminderd, nemen de ‘niet-tactische’ luchtverkeersleiders het over. Een vrachtvliegtuig levert een mobiele toren af van waaruit ze op een meer geavanceerde manier kunnen werken. “Hoe meer verschillende vliegtuigen landen, hoe complexer ons werk en de communicatie wordt”, legt luitenant Bultinck uit. “Vanuit de mobiele toren kunnen de vliegtuigen worden aangestuurd via GPS en is visueel contact niet langer vereist.”

 

Ervaring voor jonge elementen

De training omvat ook het aansturen van de A400M op onverharde start- en landingsbanen. “We hebben veel jonge elementen en zij moeten worden opgeleid om ingezet te worden in het buitenland. Daarom proberen we deze training minstens tweemaal per jaar te organiseren”, legt de luitenant ons uit.

De training is in het voordeel van de jonge nieuwkomers, omdat ze weinig gelegenheid hebben om te oefenen met het landen van A400M’s op onverharde start- en landingsbanen.

De oefening was ook een groot genoegen voor de vliegtuigspotters die in minder dan een week NH-90 helikopters, de A400M en F16’s op het vliegveld zagen defileren.

Rein Van den Bergh

Gert-Jan D'Haene

Nathalie Mylle