
Chris Myny, eerste lichting Landmacht: “Spannend om bij de eersten te zijn”
In juni 1975 stapte Chris Myny samen met 70 andere vrouwen de poort van de kazerne in Peutie binnen. Ze maakten deel uit van de allereerste lichting vrouwelijke beroepsvrijwilligers bij de Landmacht. “Niet alleen het avontuur sprak me aan, ik vond het ook spannend om bij de eersten te zijn”, vertelt Chris. “Ik was wel wat rebels”, zegt ze lachend.
De eerste lichting vrouwen van de Landmacht komt op 9 juni 1975 aan in het kwartier Majoor Housiau in Peutie. 71 vrouwelijke beroepsvrijwilligers, zowel Nederlandstaligen als Franstaligen, beginnen er aan hun basisopleiding. Onder hen ook de 18-jarige Chris Myny. “Bij onze aankomst stonden een luitenant en vier chefs ons op te wachten om ons te verwelkomen. Hoewel ze probeerden streng te zijn, moesten ze vaak lachen.”
Grenzen testen tijdens de opleiding
“We hebben regelmatig met de chefs hun voeten gerammeld”, vertelt ze. “Dan gingen we ‘s nachts op stap en kropen we via het raam terug naar binnen. Maar we moesten ook haar op onze tanden kweken. Net als de mannen namen we deel aan nachtelijke marsen.”
Dezelfde kledij, dezelfde inzet
Na haar opleiding wordt Chris gestationeerd bij het 6e Bataljon Transmissietroepen (nu 6e Groep Communicatie- en Informatiesystemen) in Peutie en vervolgens in Duitsland. In oktober 1975 arriveert ze met 14 andere meisjes in het besneeuwde Lüdenscheid. “We droegen elegante en dunne pakjes, terwijl de mannen linnen pakken aan hadden. Toen de temperatuur verder daalde, gingen we naar de kolonel om te melden dat onze kleding niet voldeed. Uiteindelijk mochten we dezelfde kledij dragen als de mannen. Deze was natuurlijk veel te groot en moest worden aangepast.”
Net als haar mannelijke collega’s werkt Chris als chauffeur en bedient ze de TELEX, een soort typemachine die is aangesloten op het telex- en telegraaf-netwerk. “Er werd geen onderscheid gemaakt in de taakverdeling, wat heel fijn was.”
De uitdagingen van het moederschap
Tijdens haar verblijf in Duitsland leert Chris haar man kennen, die ook als Belgische militair in Lüdenscheid gestationeerd is. Ze trouwen en besluiten een gezin te stichten. Hoewel Chris overal goed ontvangen wordt, is haar grootste uitdaging het moederschap binnen een organisatie die daar nog niet op is ingericht.
“Toen ik zwanger was, werd ik verbannen naar het magazijn van de keuken. Want dat mocht niet, een vrouwelijke militair in burgerkledij.” Ook de kinderopvang is dan nog niet afgestemd op het militaire leven: “Als we om 6 uur ’s ochtends schietoefeningen hadden, dan moest ik mijn kind maar voor de deur van de crèche leggen.” Na vier jaar en met pijn in het hart beslist ze uiteindelijk van Defensie af te zwaaien.
Terugkijkend op die tijd zegt Chris: “Het was toen erg zwaar, maar nu denk ik soms dat ik langer had moeten volhouden. Het was de mooiste tijd van mijn leven. Gelukkig is er sindsdien veel veranderd.”









