
Defensie roept op tot een gezamenlijke inspanning
Op 20 juni, in aanloop naar de NAVO-top, bracht Defensie in Brussel een zestigtal vertegenwoordigers uit de industrie samen in een Whole of Society-benadering. Het doel is om de hele samenleving te mobiliseren rond de uitdagingen van nationale veiligheid.
“De veranderende geopolitieke context dwingt België ertoe haar defensiestrategie te herzien”, legt Kolonel Bart Hubrechtsen uit, hoofd van de National Plans Coordination Cell (NPCC), de cel die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de nationale plannen inzake Defensie, enablement en resilience (weerbaarheid). “We sturen troepen naar het buitenland, maar we moeten ook in staat zijn om onze eigen bescherming op nationaal grondgebied te verzekeren.”
Wie vrede wil bereidt zich voor op oorlog
Als lid van de NAVO en de Europese Unie heeft België bepaalde verplichtingen. Artikel 5 van het Atlantisch Verdrag garandeert collectieve verdediging, maar artikel 3 benadrukt dat elke natie verantwoordelijk is voor haar eigen verdediging. “Dat veronderstelt een samenleving die paraat, bewust en betrokken is. Het gaat niet om een louter militair plan, maar om een maatschappelijk project, zowel civiel als militair”, benadrukt de kolonel.
Bij een crisis zijn de logistieke uitdagingen aanzienlijk: bevoorrading organiseren, troepenmobiliteit verzekeren, geallieerde troepen ontvangen. In een land met een complexe institutionele structuur vereist dat nauwe samenwerking tussen federale, regionale en lokale niveaus. Waar Defensie al gewend is om samen te werken met de overheid, moet de inspanning nu worden uitgebreid naar bedrijven en andere civiele actoren.
Een gedeelde verantwoordelijkheid
En het is een feit, de administratieve beperkingen zijn reëel. Voor het vervoer van gevoelig materiaal zoals munitie zijn meerdere vergunningen, afwijkingen en beveiliging van de routes nodig. Er moet ook geanticipeerd worden op de beschikbaarheid van infrastructuur: accommodatie, sanitaire voorzieningen, opslagplaatsen, reparatie- of assemblagewerkplaatsen. “Een helikopter kan niet in één stuk worden vervoerd”, benadrukt de kolonel.
Gezien de Russische dreiging is België door zijn strategische ligging een belangrijke logistieke speler voor de versterking van het afschrikkings- en verdedigingsmechanisme van de NAVO. Volgens een regeringsnota moet België in staat zijn om gelijktijdig twee grote NAVO-eenheden te ontvangen en hun transit te vergemakkelijken. Dat komt neer op 1.000 tot 6.000 geallieerde militairen, 1.700 voertuigen en ongeveer 4.000 containers per grote eenheid.
Naar versterkte nationale samenwerking
Om dit doel te bereiken is een vlotte coördinatie nodig tussen de haveninfrastructuren, de luchthavens en de weg-, spoor- en waterwegennetwerken. Defensie wil dan ook in de eerste plaats partnerschappen aangaan met actoren die logistieke, technische of huisvestingsdiensten kunnen leveren. “En om klaar te staan op D-day moeten we plannen opstellen, testen en bijsturen”, voegt de kolonel toe. Een eerste grootschalige oefening is gepland voor begin 2027.
Maar het gaat niet alleen om infrastructuur: het is ook een menselijke uitdaging. “Elke speler moet begrijpen waarom deze inspanning een prioriteit is geworden, en wat dat concreet betekent voor de burgers. Dat is weerbaarheid: collectieve betekenis geven aan actie. Het gaat er niet om angst te zaaien, maar om de urgentie uit te leggen”, verduidelijkt de kolonel.
In een crisis, of die nu digitaal, informatie- of veiligheidsgerelateerd is, kan een hecht sociaal netwerk, waarin mensen elkaar kennen en helpen, het verschil maken.
Bijdragen aan deze inspanning? Defensie staat open voor civiele partnerschappen. Meer informatie is hier te vinden: www.publicprocurement.be/Meerjarige overeenkomst voor een civiel-militaire samenwerking inzake logistieke dienstverlening





