
Fort to Port: Amerikaans leger houdt transit via België
De haven van Antwerpen-Brugge bevestigt haar belangrijke strategische rol qua militaire mobiliteit met de aankomst van twee Amerikaanse schepen: de Endeavour (op 3 maart) en de Defender (op 4 maart). Deze transit van militair personeel en materieel maakt deel uit van de operatie Atlantic Resolve.
Als gast- en transitland speelt België een sleutelrol in de ontplooiing van de geallieerde strijdkrachten in tijden van vrede, maar ook bij crisis en conflict. De aankomst van de schepen Endeavour en Defender en van Amerikaans personeel toont ons engagement aan de NAVO en versterkt onze readiness en onze operationaliteit. Ze laat toe de banden met onze bondgenoten en militaire partners te versterken. Het gaat om een routineoperatie.
De haven Antwerpen-Brugge, een strategisch toegangspunt, garandeert een snelle doorvoer van troepen en materieel naar het continent. “Om de ontrading en verdediging van Europa te garanderen, vraagt de NAVO een snelle doortocht van troepen zodra ze op het continent aankomen,” legt Kolonel Felies, logistiek verantwoordelijke voor operaties, uit. “De troepen moeten binnen maximaal negen dagen vanaf het ontschepen in de havens van Antwerpen of Zeebrugge tot aan hun eindbestemming kunnen worden ingezet.”
Voortgezette samenwerking met de U.S. Army
Na de Russische annexatie van de Krim in 2014, belichaamt Atlantic Resolve de aanhoudende inzet van de Verenigde Staten in Europa. Onder leiding van de U.S. Army Europe and Africa is het programma gebaseerd op roterende ontplooiingen van gevechtstroepen (Fort to Port), met als doel de Amerikaanse steun aan de NAVO voort te zetten en tegelijkertijd de paraatheid, interoperabiliteit en relaties tussen geallieerde legers te versterken.
“Het gaat niet over een massale versterking, maar een constant verzekerde aanwezigheid aan de oostflank”, legt Kolonel Felies uit. In de dagen na hun aankomst worden het Amerikaanse materieel en personeel per trein en over de weg, via burgerbedrijven, naar Duitsland vervoerd, voordat ze naar het oosten worden doorgestuurd.
Ruime samenwerking
“Het RSOM-proces (Reception Staging and Onward Movement) vereist een brede waaier aan vaardigheden”, benadrukt Kolonel Felies. De ontvangst van troepen, zowel Belgische als buitenlandse, vereist een nauwgezette coördinatie tussen civiele en militaire actoren. Het Nationaal Crisiscentrum, de Federale Politie, de Scheepvaartpolitie, de Douane en Buitenlandse Zaken kunnen naar behoefte worden gemobiliseerd.
Op militair vlak zorgt de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) voor de veiligheid van de dokken. De Militaire Politie (MP) kan ook tussenbeide komen om het transport van gevoelig materieel te beveiligen. De Movement Control Group (MCG) coördineert de verplaatsingsacties met de Amerikaanse strijdkrachten, terwijl het Provinciecommando toezicht houdt op de operatie op het terrein, in samenwerking met de lokale autoriteiten en burgerbedrijven en ook andere eenheden van Defensie zijn betrokken volgens de noden. Dat is hier bijvoorbeeld het geval voor 11 Bataljon Genie, de Marine, het 23 Medisch Bataljon of het personeel van het Militair Hospitaal.
Een strategische noodzaak
“De rol van België bestaat erin een snelle, efficiënte en grootschalige mobiliteit te garanderen”, besluit Kolonel Felies. “Het is niet alleen een kwestie van over de juiste infrastructuur of de nodige capaciteiten te beschikken. Het is essentieel om oefeningen te organiseren met alle spelers, zowel civiele als militaire.”
Door de oorlog in Oekraïne is het waarborgen van een soepele mobiliteit van de strijdkrachten een dringende politieke prioriteit geworden. Deze uitdaging is essentieel om de veerkracht en ondersteuning van operaties te waarborgen, snelle inzet mogelijk te maken en de interoperabiliteit tussen bondgenoten te versterken.







