Generaal De Potter, nieuwe Commandant van de KMS en Commandant der Scholen: “Leerlingen klaarstomen als militair én als mens”

Op donderdag 12 september nam Generaal-majoor van het vliegwezen An-Roos De Potter tijdens een ceremonie officieel de fakkel over van Divisieadmiraal Yves Dupont als Commandant van de Koninklijke Militaire School (KMS) in Brussel. Tegelijkertijd werd ze ook aangesteld als eerste Commandant der Scholen. Een korte kennismaking met de vrouw die de komende jaren de Scholen van Defensie in goede banen zal leiden.

 

Op 18-jarige leeftijd startte generaal-majoor De Potter aan de KMS als studente in de 143ste promotie Polytechniek. Na een carrière in het onderhoud en beheer van vliegtuigen en helikopters, vervolgens in de staf van de luchtcomponent en van Defensie, en tenslotte een periode op het kabinet van de minister van Defensie, is ze nu terug. Deze keer niet op de schoolbanken, maar als de 36ste Commandant van de KMS en eerste Commandant der Scholen.

 

Dag Generaal, hoe voelt het om terug te keren naar de KMS?

“Ik voel een beetje nostalgie (lacht). Het is fijn om zoveel enthousiaste jongeren rond mij te zien. Daarnaast ben ik blij om omringd te zijn door een heel goed team. Ik ben er trots op dat ik het vertrouwen heb van de Chef Defensie en de minister om de KMS te leiden.”

 

U bent sinds vandaag niet alleen Commandant van de KMS, maar ook de allereerste Commandant der Scholen. Wat houdt dat precies in?

Dat is een nieuw commando met naast de KMS ook nog zeven andere scholen, waaronder de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO), het Centrum voor Basisopleiding en Scholing (CBOS) Noord en Zuid en de Joint professionele Scholen, zoals de School van de Logistiek, de Communicatie- en Informatiesystemen (CIS-) school, het Koninklijk Militair Instituut voor Lichamelijke Opvoeding (KMILO) en de Inlichtingen- en Veiligheids School (IVS).”

 

“Dit kadert binnen een reorganisatie van de Algemene Directie Human Resources om onder andere tegemoet te komen aan de grotere opleidingsbehoeften. Als we willen dat onze personeelscurven stijgen, moeten we meer capaciteit creëren. We zullen dus niet alleen op de KMS meer leerlingen moeten ontvangen, maar ook binnen de andere pijlers van het Commando der Scholen. Zo komt er een tweede campus voor de opleiding van onderofficieren in Doornik. Het Commando der Scholen zorgt voor consistentie in de kwaliteit van de vormingen en in het waardenkader, en het versterkt ook de behoeften en de prioriteiten.”

 

Wat is uw visie voor de komende jaren?

“De geopolitieke context is aanzienlijk veranderd, dus onze jonge officieren zullen leiding moeten geven in complexe omstandigheden. We hebben leiders nodig die zich kunnen aanpassen aan die wisselende omstandigheden, die geen schrik hebben van technologie, creativiteit of innovatie, en die de mens centraal stellen in hun leiderschap. Er is daarom ook een ethisch kader, waarin we sterk zullen hameren op normen en waarden, waaronder zelfdiscipline, inzet, moed, integriteit, eer en respect.”

 

Welke ervaringen uit uw eigen militaire carrière hebben u gevormd tot de leider die u nu bent?

“Leidinggeven is voor mij luisteren naar mensen, een voorbeeld zijn in alle omstandigheden en beslissingen kunnen nemen. Deze ervaring heb ik gedurende mijn loopbaan opgebouwd. Leadership by example is heel belangrijk voor mij. Ik ben streng voor mijn medewerkers, maar ook voor mezelf. Al hangt de term ‘streng’ af van de omstandigheden (lacht).”

 

Hoe bereidt u toekomstige militairen voor op de uitdagingen van de 21e eeuw?

“Een terugkerende les uit de oorlog in Oekraïne is dat degene die zich het snelst aanpast, het voordeel heeft. Dat is een competentie die onze leerlingen zullen moeten ontwikkelen. Daarnaast moeten jonge officieren kunnen samenwerken, niet alleen intern binnen de Belgische Defensie, maar ook met buitenlandse collega’s en in een internationaal kader.”

 

“Daarom besteedt de KMS veel aandacht aan taalonderwijs. Door Nederlandstalige en Franstalige leerlingen een kamer te laten delen op het internaat, stimuleren we hen om de tweede landstaal te beheersen. Bovendien wordt in het masterprogramma één van de vier pijlers volledig in het Engels onderwezen. Op die manier zijn ze goed voorbereid om te dienen in diverse omgevingen.”

 

Tot slot, welk advies zou u willen meegeven aan (toekomstige) leerlingen binnen Defensie?
“Kies een richting die past bij je persoonlijkheid en competenties. Dan is alles mogelijk. Mijn passie was techniek en dat heeft mij heel ver gebracht. Er zijn zoveel beroepen binnen Defensie en ik ben ervan overtuigd dat er voor iedereen wat wils is.”

Wilge Decraene

Gert-Jan D'haene