Nieuwjaarstoespraak van de Chef Defensie

De video die u zonet zag, geeft u een beperkt beeld, maar toch een mooie illustratie van de veelzijdigheid van al onze activiteiten. Ik kan daarom zonder overdrijven zeggen dat 2023 voor Defensie een succesvol jaar is geweest. Een kort overzicht…

 

Het aantal mensen in Operatie (gemiddeld 750) en in Training (meestal rond de 1100, met pieken tot 2000) lag hoger dan de voorbije jaren. De infrastructuurwerken om enkele nieuwe capaciteiten te huisvesten zijn in uitvoering of worden gepland. Ook voor de duurzaamheid van onze infrastructuur worden stelselmatig belangrijke budgetten aangewend, onder andere om al onze kwartieren met zonnepanelen uit te rusten. We halen ook onze vooropgestelde doelstellingen op gebied van rekrutering van militairen, maar ook het aantal reservisten en burgerwerknemers blijft toenemen. Wij hebben de overstap gemaakt, met succes als u het mij vraagt, naar de nieuwe organisatie van de Defensiestaf. Met de uitvoering van de Strategische visie en van het STAR-plan zitten we goed on track, ook voor de kleinere investeringen. Ook het Readiness plan werd in 2023 volledig uitgevoerd en ten slotte werden talrijke dossiers gerealiseerd ter ondersteuning van Oekraïne. Dit allemaal is het resultaat van veel werk en inzet door vele vrouwen en mannen binnen Defensie.  Wij kunnen met recht en reden bijzonder trots zijn op het bilan van het afgelopen jaar.

 

Toch nopen de gebeurtenissen in de wereld van het voorbije jaar ons tot de vaststelling dat 2023 alweer een somber jaar was. Het conflict in Oekraïne zal binnenkort het derde jaar ingaan en een onderhandelde vrede lijkt op korte termijn niet in zicht; de golf van staatsgrepen op het Afrikaanse continent en meer bepaald in de Sahel confronteert Europa met bijkomende uitdagingen in zijn onmiddellijke omgeving. En sinds 07 oktober zijn wij getuige van een ernstige heropflakkering van het geweld tussen Israël en Palestina en, bij uitbreiding, in heel het Midden-Oosten. Het jaar 2023 eindigt met waarschijnlijk meer ingrijpende veranderingen en geopolitieke en geostrategische uitdagingen dan tijdens de laatste twee decennia. Bovendien heeft de natuur opnieuw hard toegeslagen in verschillende landen, met telkens een groot aantal slachtoffers en de ontplooiing van militairen ter ondersteuning van de civiele hulpdiensten tot gevolg.

 

In onzekere tijden, zoals die welke wij beleven, is het van het grootste belang om gefocust te blijven op onze doelstellingen. De onze is duidelijk en, om het met de woorden van mevrouw de minister te zeggen, bestaat ze erin “een Defensie te ontwikkelen die voldoende robuust is om een ontradend effect te hebben en die voldoende veerkrachtig is om op te treden bij een crisis, in België of in het buitenland” en om daartoe onze transformatie voort te zetten. Wij moeten immers in staat zijn om onze burgers, ons grondgebied, onze waarden en onze economie te beschermen tegen de nieuwe veiligheidsdreigingen. Deze blijvende verslechtering van onze veiligheidsomgeving zet ons ertoe aan om te handelen en bepaalt een sneller tempo voor de acties die ondernomen moeten worden.

 

De uitdagingen die uit dit conflict voortvloeien gaan veel verder dan de herovering van een grondgebied. Het is de internationale orde, de verdediging van onze waarden en welvaart, die op het spel staan.  Daarom moeten we zeker Oekraïne blijven steunen zodat het dit conflict niet verliest. En enkel Oekraïne kan de definitie van winst of verlies bepalen. Gezien de versnelde heropbouw van de Russische capaciteiten moeten we met onze Europese en NAVO-partners strijdkrachten en capaciteiten ontwikkelen die voldoende afschrikwekkend zijn. Voldoende ontradend om de huidige inwoner van het Kremlin te laten afzien van zijn kortetermijndoelstellingen en van zijn mogelijke ambities op middellange en lange termijn.

 

Daartoe vormt het STAR-plan al een zeer goede basis waarop we zonder meer verder kunnen bouwen. We moeten echter nog de lessen trekken uit dit conflict en spoedig implementeren. Het STAR-plan zal dus moeten geactualiseerd worden om beter rekening te houden met de veranderingen in de veiligheidssituatie. Gezien de duidelijk voelbare urgentie zou ik hieraan willen toevoegen dat we ook de transformatie van Defensie moeten versnellen. Dit is waarschijnlijk dé inzet en dé uitdaging voor de komende vier tot vijf jaar.

 

De actualisering van het STAR-plan zal volgens mij gebaseerd moeten zijn op drie speerpunten: het zal eerst en vooral (budgettair) aangepast moeten worden om rekening te houden met de evolutie van de economische parameters, waaronder de grotere inflatie dan was geraamd en de prijsstijgingen die Defensie niet sparen. Vervolgens zal het versterkt moeten worden, om het paraatheidsniveau van de Krijgsmacht binnen een kader van collectieve verdediging te verhogen. De voorraden munitie en reserveonderdelen dienen inderdaad weer op peil te worden gebracht. Daarvoor moeten voldoende werkingsmiddelen voorhanden zijn om de aanwending van onze capaciteiten te garanderen, zodat ze in optimale omstandigheden kunnen trainen voor missies van hoge intensiteit. Ten slotte zal het STAR-plan aangevuld moeten worden, teneinde zich aan te passen aan het nieuwe karakter van de oorlog (de invoering van nieuwe technologieën, kunstmatige intelligentie, drones) en te voldoen aan de capacitaire verbintenissen van ons land ten aanzien van onze bondgenoten van de Europese Unie en de NAVO, door onze rol als transitland en als gastland te versterken.

 

In dit kader groeit steeds meer het besef dat de duurzaamheid en de weerbaarheid van een land de betrokkenheid van alle geledingen van de maatschappij, privé en publiek, vraagt, een “Whole of Society”-benadering. Dit is onontbeerlijk om het gewenste afschrikkingseffect te creëren. Iedereen hier aanwezig vanavond heeft een bijdrage te leveren tot de weerbaarheid van onze natie en wij kunnen in dat opzicht, de ontwikkeling, onder leiding van het Nationaal crisiscentrum, van een weerbaarheidsplan voor België enkel maar toejuichen. Maar we zullen meer nodig hebben.

 

In navolging van het conflict in Oekraïne werd pijnlijk vastgesteld dat de industriële basis om zowel Oekraïne te steunen als onze eigen capaciteiten terug op te bouwen totaal ontoereikend is. Het is vanzelfsprekend dat de heropbouw van de Belgische Defensie enkel realiseerbaar is als wij ook inzetten op de versteviging van de Technologische en Industriële basis in België en in Europa. Dit neemt niet weg dat er in dit domein al veel vooruitgang werd geboekt in ons land in samenwerking met de gewesten.

 

Naast de industrie is er natuurlijk een rol weggelegd voor de andere veiligheidsdepartementen – Buitenlandse zaken, de veiligheid van de staat, het crisiscentrum, de federale politie, het Centrum voor Cybersecurity en de federale procureurs en procureurs-generaal, maar ook voor andere overheidsdiensten bevoegd bijvoorbeeld voor energie, mobiliteit of voor telecommunicatie. In België zijn dit bevoegdheden die op verschillende bestuursniveaus verdeeld zijn of zelfs bij privéactoren.  Met andere woorden iedereen heeft een actieve rol te spelen in de nationale weerbaarheid tot en met de individuele burger die ook aan zijn persoonlijke weerbaarheid kan werken. Samen werken aan de veiligheidscultuur in ons land is dus de boodschap.

 

In die zin zal het u niet verbazen dat sommige relevante thema’s van deze “Whole of society”-aanpak opgenomen zijn in het programma van het Belgisch voorzitterschap van de EU. En naast de nationale veerkracht gaat het ook om een dringende uitdaging op Europees niveau.

 

Ook al is onze blik al gericht op 2030 en zelfs 2035 of 2040, staan wij nochtans aan het begin van een periode van vier tot vijf jaar, waarin de transformatie van Defensie zeer zichtbaar en tastbaar zal zijn, en dit in al haar componenten. Maar wat brengt ons 2024?

 

Door de levering van de eerste M9QB in het tweede semester zullen wij voorzien worden van een nieuwe, hoogst strategische capaciteit. De training op de F35 in de Verenigde Staten zal dit jaar effectief van start gaan, net als de training op de nieuwe ontmijningsschepen van de Marine. In het kader van het project van de Gemotoriseerde capaciteit zullen verschillende vormingen van start gaan in Frankrijk als voorbereiding op de levering van de nieuwe voertuigen en de overeenkomstige transformatie van de Landcomponent. Het Cybercommando vervolgt consequent zijn ontwikkeling naar een component.

 

Wat Human Resources betreft, blijft het essentieel om materieel en personeel op elkaar af te stemmen. Het consolideren van het defensiepersoneel, zowel civiel als militair, is cruciaal.  Om dit te bereiken, zullen we ons richten op een aantal domeinen: het verbeteren van de retentie bij onze jonge rekruten, een aandachtspunt waar we niet blind voor zijn; het werven van burgerpersoneel, wat een prioriteit blijft en het opbouwen van een uitgebreide, veelzijdige reserve die beter verankerd is in alle opdrachten van Defensie. De uitbouw van deze reserve, essentieel in geval van crisis, maar ook om de band tussen de natie en defensie te versterken, noodzaakt stimuleringsmaatregelen om haar aantrekkelijkheid, zowel voor de reservisten als voor hun werkgevers, te vergroten.

 

De jaren die wij hebben doorgemaakt en zullen doormaken waren en blijven bijzonder turbulent vanuit veiligheidsoogpunt, vandaar het gevoel van urgentie waarop wij de nadruk zullen blijven leggen.

 

Ik zal vanavond eindigen met een hoopvolle noot, die ons ertoe moet aanzetten ons te blijven inzetten. Bij al mijn interacties met het actief en reserve-, jong en minder jong, militair en burgerpersoneel heb ik in het bijzonder het zoeken naar een zinvolle bijdrage, het plichtsbesef bemerkt. Heel wat van onze medewerkers lijken deze “sense of Purpose” binnen onze organisatie te hebben gevonden. En ik ben er zeker van dat de bemanning van de Louise Marie dit binnenkort zeer sterk zal ervaren. In een maatschappij die op zoek is naar houvast, beschikt Defensie beslist over tal van troeven die wij zullen blijven benutten en ontwikkelen. En op deze positieve toon meen ik dat onze doelstelling glashelder is: samen bouwen aan een robuuster Defensie en tegelijkertijd bouwen aan een weerbare Belgische samenleving. Ik hoop daar samen met u aan te kunnen werken.

Lucia Gaggero