Stethoscoop aan de haak na vijftig jaar dienst

Jean Goedert is arbeidsarts bij Defensie en vertelt het verhaal van zijn meer dan vijftigjarige carrière. Een verhaal van dankbaarheid maar met een boodschap naar onze jonge rekruten, onze volgende generatie, onze toekomst.

 

“Mijn verhaal begint eigenlijk bij mijn vader”, begint dokter Goedert. “Die verloor zijn vader op zestienjarige leeftijd in de periode van de Grote Depressie (ten gevolge van de beurscrash in 1929, nvdr). Hierdoor kon mijn grootmoeder zijn hogere studies niet betalen en moest mijn vader zich bij het leger melden.”

 

De vader van Jean diende tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Na slechts achttien dagen werd mijn vader gevangengenomen en voor vijf jaar naar een Duits kamp gestuurd.” Door de ontberingen in die periode ging de gezondheid van Jeans vader langzaam achteruit tot hij uiteindelijk een ernstig hartprobleem kreeg. Om zijn familie hetzelfde lot te besparen, meldde de vader van Jean zijn veertienjarige zoon aan voor het toelatingsexamen van de Koninklijke Cadettenschool. “Zo startte ik dus mijn pad bij Defensie en ik heb er nooit van gedroomd om dit pad te verlaten.”

 

“Gedurende drie jaar heb ik Latijn-wiskunde gestudeerd aan de Koninklijke Cadettenschool. Een zware opleiding met achttien uur wiskunde, waaraan ik bovendien een hekel had”, lacht Jean. “Maar wat me het meeste zal bijblijven is de discipline. Ik werd toch regelmatig gestraft. Dit gebeurde in de vorm van consignes: een weekendje binnenblijven, zoals ze zeggen.”

 

Toch betreurt hij de afschaffing van de Cadettenschool in 1991. “Het was, voor zover ik weet, de enige onderwijsinstelling die alle studenten op gelijke voet plaatste, ongeacht de afkomst. Een uniform dragen vormde daar natuurlijk een belangrijke schakel van”, vertelt de dokter. Daarnaast is de afschaffing voor hem moeilijk te vatten, aangezien de Cadettenschool steeds briljante studenten leverde voor de KMS.

 

“Mijn periode bij de Cadettenschool was niet gemakkelijk, maar ik ben Defensie heel dankbaar dat ik de studie van mijn keuze heb kunnen volgen”, mijmert Jean. “Er zijn nog veel andere zaken waar ik Defensie dankbaar voor ben, zoals de kans om de opleidingen lucht- en ruimtevaartgeneeskunde en arbeidsgeneeskunde te volgen. Dat zijn zaken die ik niet zal vergeten.” Maar Jean is vooral dankbaar voor het vertrouwen dat hij kreeg om als directeur arbeidsgeneeskunde die dienst bij Defensie uit te bouwen en te leiden.

 

De twee missies naar het buitenland behoren tot de mooiste herinneringen aan de carrière van dokter Goedert. “Wegens de collegiale werksfeer maar vooral omwille van de afwezigheid van dagelijkse huishoudelijke taken,” lacht Jean, “waarvoor dank aan mijn vrouw! Alles kwam immers op haar schouders terecht.” Maar op de vraag wat dan dé mooiste herinnering is, antwoordt de arts toch zijn hogere stafopleiding (derde cyclus stafbrevethouder). Dat was in die tijd ongezien voor iemand van de medische dienst.

 

Aan de jonge rekruten wil Jean Goedert nog graag deze boodschap meegeven. “Meer dan vijftig jaar werken voor Defensie: ik heb het overleefd, dus het is zeker niet onmogelijk”, knipoogt hij. “Na een aantal jaar deeltijds in de burgersector kan ik bovendien alleen maar zeggen dat het gras aan de andere zijde zeker niet groener is”, zegt hij overtuigd. “Maar nu ik mezelf er meer en meer op betrap dat ik tegen mijn patiënten zeg ‘In mijn tijd…’, weet ik dat het écht tijd is om de stethoscoop aan de haak te hangen. Bovendien wacht mijn vrouw al enige tijd wanhopig tot ik de huishoudelijke taken weer opneem”, lacht hij luid.

 

Op de allerlaatste vraag wat Jean Goedert gaat doen eens de pensioendatum gepasseerd is, antwoordt hij: ”Slapen! (lacht luidop, nvdr) Neen, eerder lezen en films kijken. Ik heb een hele reeks dvd’s die ik nog nooit gezien heb. Maar vooral reizen, veel reizen.”

Nathalie Mylle

Gert-Jan D'haene