Van grootmoeder op kleindochter: het militaire pad van Ria Smets en Marie

Ria Smets behoort tot de generatie vrouwen die in de jaren ’70 hun intrede doen bij Defensie. Ze maakt carrière als een van de eerste vrouwelijke officieren. Twintig jaar na haar pensioen ziet ze haar nalatenschap voortleven in haar kleindochter Marie, die momenteel haar laatste jaar voltooit aan de Koninklijke Militaire School.

 

Met een diploma informatica op zak, toen nog een zeldzaamheid onder vrouwen, vindt Ria Smets maar moeilijk werk in de sector. Eind 1975, het eerste jaar waarin vrouwen tot de militaire rangen mogen toetreden, meldt ze zich aan bij het Klein Kasteeltje in Brussel. 

Haar echtgenoot, destijds actief als onderofficier artillerie, speelt daarbij een cruciale rol. “Ik heb mij toen ingeschreven bij zijn compagniecommandant”, vertelt Ria. “Het was een echt evenement”, lacht ze. “Als vrouw werd ik in mijn eenheid ook meteen door de korpscommandant ontvangen, wat niet de gewoonte was bij andere soldaten.” 

 

Van beroepsvrijwilliger naar officier

 

In 1977 mogen vrouwen toetreden tot de rangen van onderofficier en officier. Ria grijpt haar kans en slaagt in de toegangsproeven voor de opleiding tot tijdelijk officier logistiek. “Toen konden vrouwen alleen kiezen voor logistiek of transmissies en dat voor maximaal tien jaar. Door nog een jaar les te volgen aan de Koninklijke Militaire School (KMS) werd ik gelijkgesteld met de eerste vrouwelijke leerling-officieren. Op die manier kon ik wel voor onbepaalde duur blijven.”

 

Haar carrière brengt haar naar het computercentrum van de Landmacht in Tervuren, de dienst Codificatie in Evere, het Logistiek Steuncomplex Centrum in Vilvoorde en uiteindelijk naar het Bataljon Hoofdkwartier in Neder-over-Heembeek. “‘Er is een vrouwelijke generaal’, werd er gefluisterd toen ik in het computercentrum aankwam”, lacht Ria. “Het was een aanpassing voor iedereen, omdat ik in het computercentrum zowel de enige vrouwelijke militair en meteen ook vrouwelijke officier was.”

 

In de voetsporen van 

 

Vandaag treedt Ria’s kleindochter Marie in haar voetsporen. Marie, die haar laatste jaar aan de KMS afrondt in de richting sociale en militaire wetenschappen, werd onrechtstreeks door haar grootmoeder geïnspireerd. Binnenkort start ze aan de wapenschool in Doornik, waarna ze in de luchtlogistiek zal worden ingezet. 

 

“Ik kwam voor het eerst met Defensie in contact via mijn grootmoeder en haar man, die er beiden werkten”, vertelt Marie. Een cruciaal moment is echter haar deelname aan het jongerenkamp ‘Para Junior’. Daar hoort ze voor het eerst over de KMS en ze besluit zich in te schrijven voor de toelatingsproeven.

 

Een nieuwe generatie aan de KMS

 

Voor Marie geeft de combinatie van een universitair diploma, sportfaciliteiten, werkzekerheid en de unieke sfeer de doorslag. “Als vrouw ervaar ik hier geen enkele moeilijkheid: ik word niet anders behandeld dan mijn mannelijke collega’s”, benadrukt ze. “De vriendschappen die ik hier heb opgebouwd, zowel met mannen als vrouwen, zijn erg waardevol en bijzonder hecht.”

 

Defensie is nu wel vaker een gespreksonderwerp aan tafel. “Nu ik er zelf werk, kan ik ook zelf aan de gesprekken bijdragen. We wisselen ervaringen uit en soms zijn er grappige of bijzondere toevalligheden, zoals het feit dat ik nu les krijg van iemand die vroeger bij mijn grootmoeder in de eenheid zat. Dat soort dingen blijven je zeker bij.”

 

Met hart en ziel

 

Ria’s pionierswerk heeft de weg geplaveid voor Marie, die nu haar eigen toekomst in het leger vormgeeft. Haar advies aan haar kleindochter blijft hetzelfde: “Ik vraag altijd: je doet het nog graag hé? Dat is het enige wat telt. Je moet er met hart en ziel voor gaan.”

Wilge Decraene

Archief