Weapon Intelligence Team: bewijsmateriaal verzamelen, analyseren en rapporteren

De Weapon Intelligence Team Course, of kortweg WIT-cursus, vond de voorbije weken plaats in Leopoldsburg en Nederland. Deze internationale cursus, in de schoot van de BENELUX-coöperatie, leert om bewijsmateriaal na incidenten met Improvised Explosive Devices (IED) en/of andere geïmproviseerde dreigingen te verzamelen, te onderzoeken en na grondige analyse, te rapporteren aan de inlichtingenketens. Dit teamwerk bundelt de expertise van verschillende teamleden en nationaliteiten om dreigingsnetwerken te kunnen identificeren en in kaart te brengen.

 

De cursus is een internationale samenwerking tussen de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse Defensie. De focus ligt op het correct verzamelen (Level 1 exploitation) van overblijfselen van explosies en ‘finds’ van homemade explosives factories of geheime opslagplaatsen van wapens, intelligence en informatie on scene. Het Weapon Intelligence Team bestaat uit verschillende specialisten, elk kenners in hun eigen vakgebied. Na een explosie of incident komt het team ter plaatse om op een zo kort mogelijke tijd, zo veel mogelijk sporen te verzamelen volgens zeer specifieke procedures. In een tweede fase gaat deze informatie dan naar een Level 2-laboratorium voor verder onderzoek.

 

Teamwerk

 

Twee gemengde teams van BENELUX-militairen krijgen twee weken lang alle theoretische handvaten aangereikt om aan de slag te gaan. Week drie vormt de apotheose met een aantal grote praktijkcases. De lesgevers zijn ervaren militairen uit binnen- en buitenland, waaronder ook Counter-IED-specialisten.

 

“Er zijn verschillende elementen cruciaal bij dit onderzoek,” legt course director, commandant Juan Van Accom, uit. “Enerzijds is er het technische aspect: forensische, technische en andere sporen op de juiste manier verzamelen (collection) en alles goed documenteren om inzicht te verwerven in het soort device door onder andere stalen te nemen van de springstof en/of de uitwerkingen te dimensioneren (exploitation). Anderzijds is er het inwinnen van informatie door bepaalde vraagstellingstechnieken en methodieken te gebruiken.”

 

“De optelsom van deze gegevens resulteert in een advies aan het Intelorgaan van een bepaalde battlegroup. Anderzijds kan een battlegroup-commandant ook vragen om zijn requests for information (RFI’s) te beantwoorden, ter ondersteuning van zijn intenties,” vervolgt Van Accom

 

Combined Capacity

 

Elk team bestaat uit vier leerlingen die elk hun eigen expertise toevoegen aan het team. De teamleader is doorgaans een officier van de gevechtsgenie. De EOD’er (Explosievenopruimingsdienst) onderzoekt de springstof gerelateerde sporen en de Militaire Politie (MP) of de respectievelijke Nederlandse Koninklijke Marechaussee vervult de rol van forensisch onderzoeker.

Daarbij documenteren ze al het bewijsmateriaal uitvoerig met foto’s. De intel-guy van het team gaat op zijn beurt op zoek naar het waarom van de acties door vragen te stellen op het terrein aan alle soorten getuigen.

 

“Bagged & tagged”

 

Level 1 staat dus volledig in het teken van inventarisatie en reconstructie van de post-blast scene. Alle gegevens worden ‘bagged and tagged’ minutieus verzameld. Daarna stelt het team een gestandaardiseerd gezamenlijk NAVO-rapport op en zetten ze alle gegevens in een databank. Via een zoekrobot kunnen ze nadien snel zien of bepaalde werkwijzen trends zijn, die reeds eerder gebruikt werden.

 

Bepaalde acties krijgen kleurencodes om linken te zien. “Het is een kat-en-muisspel: de tegenstander past zijn methodes constant aan, maar wij doen dat evenzeer,” aldus Van Accom.

 

Alle details ter plekke zijn van tel. “Een bepaalde knoop in een elektrische kabel kan bijvoorbeeld wijzen op een technische ‘handtekening’ van een bommenmaker van een bepaalde groepering. Op die manier leggen we linken tussen verschillende individuen en netwerken,” aldus een van de lesgevers.

In Level 2 wordt alles verder onderzocht in het labo. “De terugkoppeling tussen de plaats delict en het labo is cruciaal. De mensen op het terrein zijn als het ware ‘de vingers en de ogen’. Als iedereen goed op de hoogte is, kunnen we makkelijker bepaalde patronen herkennen,” besluiten de lesgevers. Dankzij dit inzicht zijn de eigen troepen beter voorbereid op hun acties op het terrein en worden verliezen geminimaliseerd.

 

Bilitis Nijs

Gill Vloeberghs

Mathieu Duhembre