Twee nieuwe Anti Submarine Warfare fregatten voor België in 2030 en 2031
De Nederlandse Defensie laat vier Anti Submarine Warfare fregatten bouwen, twee voor de Nederlandse en twee voor de Belgische Marine, om de gezamenlijke vloot te vernieuwen. De hoofdtaak van deze fregatten: het op afstand opsporen en bestrijden van onderzeeboten.
De bouw kadert in de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse Marine, die samen hun vloot vervangen. De Ministerraad heeft de aankoop vrijdag goedgekeurd. Damen zal de schepen bouwen, Thales Nederland het geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem.
Hoofdtaak
De hoofdtaak van de ASW-fregatten is het op afstand opsporen en bestrijden van onderzeeboten. Dat gebeurt onder meer met de NH90-boordhelikopter. Zowel het fregat als de helikopter kunnen een torpedo lanceren om een onderzeeboot uit te schakelen of te verdrijven. Het gaat om de Mk54-torpedo, die over enkele jaren beschikbaar zal zijn.
De schepen worden ook uitgerust met de modernste bewapening en sensoren: de Under Water Warfare Suite geeft de bemanning tijdig inzicht over de onderwaterdreiging. Maar ook de Naval Strike Missile voor oppervlaktedoelen en de ESSM Block 2 voor luchtverdediging zullen aan boord zijn.
De fregatten zijn 145 meter lang, ruim 17 meter breed en hebben een bemanning van 117 man. Daarnaast bieden ze plaats aan 35 extra militairen die ad hoc kunnen worden toegevoegd voor het uitvoeren van zeer specifieke opdrachten.
Duurder dan gepland
De aankoop van de twee fregatten kost ongeveer twee miljard euro, veel meer dan in 2018 werd geraamd. Een deel van de meerkost is te wijten aan de inflatie, een ander deel aan het feit dat minister van Defensie Ludivine Dedonder ervoor gekozen heeft om de fregatten volledig uit te rusten, zowel op vlak van bewapening als qua sensoren aan boord. Gezien die aanzienlijke meerkost heeft Nederland toegezegd om de komende jaren de duurzame industriële samenwerking tussen onze beide landen verder te versterken. Zo zal er voor 355 miljoen euro aan bestellingen worden geplaatst bij de Belgische industrie.
Vanaf 2030
Eind 2029 wordt het eerste nieuwe fregat aan de Nederlandse Koninklijke Marine geleverd en in de tweede helft van 2030 kan de Belgische Marine haar eerste fregat verwachten. Nadien is Nederland weer aan de beurt en komt het vierde ASW-fregat in de tweede helft van 2031 naar de marinebasis in Zeebrugge.
Beide landen vervangen de komende jaren hun schepen en werken daarbij samen: België is verantwoordelijk voor de aankoop van de twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen (MCM) – zes voor elke Marine – terwijl Nederland verantwoordelijk is voor de aankoop van de vier ASW-fregatten – twee voor elke Marine. De nieuwe vaartuigen moeten de huidige M-fregatten vervangen die in de jaren negentig in dienst werden genomen. België kocht in december 2005 twee schepen van Nederland, de Leopold 1 en de Louise-Marie.