A last one for the road…

«You are as small as you make yourself». Dat was het antwoord van een gerenommeerde voetbaltrainer toen hem door een Belgische journalist werd gevraagd wat hij vond van het weerwerk van het «kleine» Belgische team. Zowel de vraag als het antwoord troffen me. De vraag, ten eerste, omdat het de gemoedstoestand illustreert die nog steeds erg aanwezig is in ons land wanneer we onszelf voorstellen, met veel (te veel) bescheidenheid. Het antwoord vanwege de boodschap van zelfverzekerdheid en zelfvertrouwen die het uitstraalt, een boodschap waar we volgens mij meer inspiratie uit zouden moeten putten. Er is geen reden om zo bescheiden te zijn over onze prestaties en, meer in het algemeen, over ons beroep. De voorbije jaren heb ik kunnen vaststellen hoezeer Belgische militairen, waar ze ook bij betrokken zijn, met hun acties en interventies een grote meerwaarde bieden.

 

Dit geldt zeker voor onze huidige en vroegere operaties aan de oostflank van Europa, onze F-16s in het kader van Baltic Air Policing of de detachementen binnen de Forward Land Forces in Litouwen en Roemenië. Zonder afbreuk te doen aan de verdiensten van de overige ingezette militairen, verdient de inzet van het fregat Louise-Marie in de Hoorn van Afrika en de Arabische Golf – en ik hoop dat u mij dit vergeeft – mijn bijzondere aandacht. Ondanks de geringe omvang van de Belgische vloot zet ons land zijn middelen in, in een regio waar de Belgische en Europese belangen «bedreigd» worden. Al in 1990 zag de marine toe op de naleving van een embargo tijdens de Golfoorlog en in de jaren 2010 waakte ze over de veiligheid van het scheepvaartverkeer tegen piraterij, die toen een hoogtepunt bereikte. Het is echter de eerste keer dat een schip wordt ingezet in een niet-permissieve omgeving, een beslissing die we als organisatie hebben genomen. We kunnen het ons niet veroorloven om alleen op papier «Combat ready» te zijn. Het vereist een andere mindset van de bemanning, gericht op combat – defensief in dit geval – maar combat niettemin. Deze missie zal de marine niet alleen in staat stellen om een hoger niveau te bereiken, maar bovenal zal het ons land in staat stellen om een geloofwaardige speler in dit theater te blijven.

 

Een beetje terug in de tijd, had de aanwezigheid van Belgische detachementen in meer risicovolle operaties al een sterke indruk gemaakt. De inzet van onze F-16s in Kosovo, Afghanistan en Libië, en meer recent ter ondersteuning van Operation Inherent Resolve (OIR) in Irak, de Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLT) in Afghanistan en het Special Operations Surgical Team (SOST) tijdens operaties in Mosul, Irak, zijn allemaal voorbeelden waarbij de kwaliteit van ons personeel in de verf werd gezet. En laten we ook Operatie Red Kite niet vergeten, waarbij Belgische soldaten in uiterst moeilijke omstandigheden meer dan 1.400 burgers uit Kaboel hielpen evacueren, of, heel anders, de ontplooiing van het Role 2-hospitaal in Libanon in het kader van Operatie UNIFIL in 2006. Al deze operaties, die met succes zijn uitgevoerd, hebben ons land in staat gesteld om zich beter te profileren en het personeel van onze eenheden om hun vaardigheden aan te scherpen. Tijdens operaties worden we blootgesteld aan ongewone professionele en menselijke uitdagingen, die vaak moed vergen, zowel fysiek als moreel, en die ons omhoog «trekken».

 

We hebben ook ons deel van de internationale verantwoordelijkheden op ons genomen door het bevel te voeren over verschillende operaties. De manier waarop een Belgische generaal het bevel voerde over MINUSMA in Mali heeft een blijvende indruk gemaakt op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Ook de Belgische generaals die het bevel voerden over de Europese opleidingsmissies in Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek voerden hun opdrachten coherent en vastberaden uit. De generaal die belast is met de luchtveiligheid in de noordelijke zone van de NAVO (in CAOC Uedem) en de opeenvolgende admiraals die aan het hoofd stonden van de EMASOH-missie in de Straat van Hormuz hoeven zich voor hun prestaties niet te schamen. Dat hebben ze natuurlijk te danken aan hun leiderschapskwaliteiten, maar ook aan de inzet en motivatie van al hun medewerkers, die hierin een onontbeerlijke rol spelen.

 

Belgische militairen vechten vaak in een hogere gewichtsklasse – «above their weight» in het Engels – en toch stellen ze niet teleur, wat positief afstraalt op het imago van onze organisatie in de ogen van onze internationale partners. In elk van de voornoemde operationele uitzendingen hebben de Belgische militairen hun opdracht op een professionele manier uitgevoerd, met een toegevoegde waarde die steeds werd opgemerkt. Het initiatief, de organisatorische vaardigheden, de flexibiliteit, de creativiteit en de legendarische vindingrijkheid van ons personeel zijn kwaliteiten die ons in staat stellen om dagelijks “kleine wonderen” te verrichten, op het terrein of in het hoofdkwartier. Deze wonderen blijven niet beperkt tot buitenlandse operaties.  Ook thuis hebben we gehoor gegeven aan de steunaanvragen van de federale politie, de douane, FEDASIL, volksgezondheid of andere departementen die op een bepaald moment een beroep op ons deden.  Bij elke gelegenheid hebben onze medewerkers, dankzij een gezonde werkethiek en gedreven door de passie voor hun vak, bijgedragen aan het effectieve beheer van de crisis of het probleem in kwestie.

 

We tonen dezelfde creativiteit als het gaat om het ontwikkelen van diverse samenwerkingsverbanden. Deze samenwerking kan internationaal zijn en gelinkt aan capaciteiten of iets anders. Maar evengoed gaat het om samenwerking met andere departementen, de academische wereld of het bedrijfsleven. Er zijn maar heel weinig problemen die ons uit ons evenwicht brengen, en als dat al gebeurt, duurt dat nooit lang.  Wat er ook gebeurt, wat de uitdaging ook is, we zijn oplossingsgericht en hebben op veel gebieden een goed geïnformeerde en heldere mening.

 

Er is dus geen plaats voor valse bescheidenheid. Laten we ophouden onszelf te zien als «kleine spelers», onze kwaliteiten blijven benutten en onze talenten blijven ontwikkelen. Zij maken het verschil, zij «vergroten» ons werkelijke «gewicht» op het internationale schaakbord, veel meer dan de oppervlakte van ons land of BBP.  Grotere naties staan ervan versteld en bewonderen onze aanwezigheid in diverse operatiegebieden, alle componenten gecombineerd.

 

Laat ons echter ook niet in de tegenovergestelde valkuil van zelfgenoegzaamheid trappen. De uitdagingen voor ons continent, ons land en onze organisatie blijven enorm en zullen veel energie en hard werk blijven vergen. Het is aan ons om deze frontaal aan te pakken. Laten we dus meer dan ooit gefocust blijven op ons doel en onze missie: de belangen van ons land verdedigen. Jullie zijn de waardige vertegenwoordigers ervan. Met alles wat jullie dagelijks bereiken, kunnen en mogen jullie trots zijn op jezelf en op jullie families.

 

Van mijn kant wil ik dat je weet dat jullie mij net zo trots hebben gemaakt. Het was een voorrecht om één van jullie te zijn voordat ik jullie diende en jullie Chef werd.  Bedankt en, zoals we bij de marine zeggen, behouden vaart!