Belgisch detachement traint voor het eerst in Frans-Guyanese jungle
Zo’n 120 Belgische militairen, voornamelijk van de eenheid 12/13 Linie uit Spa, trainden de voorbije weken in het Frans overzees gebied Guyana. Ze doen er van 26 oktober tot 4 december zeer intensieve trainingen in het equatoriale regenwoud in samenwerking met het Franse ‘Régiment Etranger d’Infanterie’ (3REI).
De trainingen gaan door in het Centre d’Entrainement en Forêt Equatoriale (CEFE) van het Franse leger, waar jaarlijks zo’n 2000 ‘stagiairs’ de kneepjes van het vak leren wat betreft jungletraining. Het kamp is in hartje jungle gevestigd, pal aan de oevers van de Approuague-rivier. Voor het eerst neemt een volledig Belgisch detachement deel aan deze intensieve en gerenommeerde training.
Naast het infanteriebataljon uit Spa zijn er ook deelnemers vanuit de Genie, de CIS (Communicatie en Informatiesystemen) en de logistiek, en uiteraard is ook de Medische Component aanwezig voor de broodnodige medische ondersteuning.
Extreme omstandigheden
Met een langwerpige smalle kano – pirogue – navigeren de militairen over de rivier, dwars door de dichte junglebossen heen. Een idyllisch tafereel maar niets is minder waar. Vanuit de boot proberen de militairen hyper gefocust de doelen aan de rand van de jungle te raken. De schietstand bevindt zich volledig tussen de lianen en tropische planten. Geen gewone baseline zoals in België, maar echte natuurlijke obstakels. Dit is slechts een van de uitdagende activiteiten waar ze zich deze weken aan wagen.
Voor de Belgische militairen in Frans-Guyana is het de bedoeling vertrouwd te raken met het vechten en overleven in moeilijke en ongekende omstandigheden zoals de jungle. De training is fysiek en mentaal niet te onderschatten. Door de extreme condities en het uitdagend terrein worden de deelnemers gepusht tot het uiterste. “Het is een goede oefening om te kijken wat de mensen waard zijn, hoe sterk hun moreel en hun veerkracht is. Bij zulke trainingen zien we sommigen echt hun grenzen verleggen, soms onverwacht,” aldus pelotonscommandant luitenant Quentin.
Huis op de rug in de tropen
Allereerst moesten de militairen twee weken non-stop (ook ’s nachts) overleven in de jungle, een echte aanpassingsstage. Fysiek een erg zwaar gedeelte: van ’s ochtends tot s’ avonds waren ze permanent doorweekt en elke dag hadden ze bovendien hun volledig ‘huis’ met al hun materiaal op hun rug. Ook het vochtige klimaat inclusief tropische regenbuien woog enorm door tijdens de zware inspanningen. De deelnemers werden niet gespaard: hindernissenpiste door modder en water, overlevingstechnieken, brancards door de jungle dragen en springen vanuit een helikopter. Dit alles onder begeleiding van strikte Franse instructeurs. « De grote moeilijkheid is het klimaat. Dat vroeg een aanpassingsperiode. We moesten echt wennen aan de hitte en de vochtigheid,” aldus sergeant Leon van 12/13L. De medische steun was dan ook meer dan welkom en moest regelmatig bijspringen.
Zelfde tactiek, maar anders
Na de aanpassingsstage volgde een periode van 12 dagen ‘gevecht’ binnen het CEFE waarbij onder andere tactische aanvallen werden uitgevoerd. De tactische procedures zijn min of meer hetzelfde als in België, maar alles is aangepast aan de jungleomgeving. Zulke opdrachten laten de militairen wennen aan fysieke- en psychologische stress die ook tijdens missies aanwezig is. Zo zijn ze voorbereid op een mogelijk toekomstige operationele inzet in het buitenland.
Vlotte samenwerking
Het CEFE is al jaar en dag een belangrijk trainingscentrum voor aanpassingsstages en operationele trainingen. Het Franse leger biedt er zijn ondersteuning zowel met instructeurs, als door het leveren van specifieke uitrusting. De activiteiten worden steeds begeleid door een Franse legionair. Ook op medisch vlak werken beide landen tijdens deze oefening nauw samen. Deze samenwerking haalt de banden met Frankrijk aan als strategische partner.
Unieke kans
Niet alleen militairen van 12/13 Li tekenen present, ook luitenant Xavier van de 4 Gp CIS uit Marche-en-Famenne neemt deel als pelotonscommandant. “Als CIS zit je dikwijls voor je computer om te werken en alles te coördineren, maar hier gebeurt dat veel minder en is het echt met je rugzak de jungle in. Het is werkelijk leerrijk om aan deze ervaring te kunnen deelnemen. Het is een oefening die buiten de gebaande paden gaat en die nieuwe technieken aanleert.”
Ondanks het zware karakter is de training in Zuid-Amerika voor velen ook bijzonder om mee te maken. “Het is echt een unieke kans in je carrière om naar hier te komen. Ik heb me maandenlang voorbereid en ben zelfs 12 kilo afgevallen,” lacht 1e korporaal-chef Marc, met zijn 46 jaar de oudste deelnemer van de groep. “De jongeren zijn super gemotiveerd en dat geeft me echt een boost om door te zetten. We pushen en motiveren elkaar constant,” besluit hij.
Op het einde van de periode ontvangen de geslaagde militairen een brevet van deze stage en zullen ze helemaal volhard huiswaarts keren. Zoals de leuze van de Franse legionairs luidt: Selva!