De provincies Antwerpen en Limburg waren van 13 tot 24 november het toneel van de grootschalige tactische oefening Celtic Uprise, georganiseerd door de Gemotoriseerde Brigade. Zo’n 900 militairen met 150 voertuigen maakten van de gelegenheid gebruik om op civiel terrein te trainen. “Een unieke trainingsopportuniteit”, onderstreept luitenant-kolonel Van Dyck, de Commanding Officer van het bataljon Carabiniers Prins Boudewijn-Grenadiers (1C/1Gr).

De inwoners van verschillende gemeenten in de provincies Antwerpen en Limburg, en zelfs in Nederland, konden de afgelopen twee weken hun ogen uitkijken. Een volledige battlegroup op basis van het 1C/1Gr ontplooide er in het kader van de oefening Celtic Uprise. Ook het 11 bataljon Genie uit Burcht, het bataljon Artillerie uit Brasschaat, elementen van het 18 bataljon Logistiek en het 23 Medisch bataljon uit Leopoldsburg, evenals een eskadron van het bataljon ISTAR uit Heverlee, namen deel aan de trainingsperiode.

Verschillende inzetmethodes

Van patrouilles en beveiliging tot escortes en medische evacuaties, een realistisch scenario maakte het mogelijk om diverse inzetmethodes te trainen. Ter afsluiting reisden de militairen van de battlegroup in de nacht van woensdag 22 november van Balen naar Leopoldsburg om bij het eerste daglicht een aanval te simuleren.

“Ons doel was om druk uit te oefenen op de NAVO-strijdkrachten”, legt luitenant Yves van 1/3 Lansiers uit, het bataljon dat gedurende de oefening de rol van de tegenstander speelde. « We werden gedwongen ons terug te trekken naar het zuiden en onszelf te reorganiseren op basis van patrouilles, zodat we onze troepen hier in het dorp en op een andere positie iets verderop konden verzamelen. We waren bezig met het voorbereiden van onze verdediging toen de NAVO-strijdkrachten ons aanvielen.”

Belgisch-Franse interoperabiliteit

In het kader van het Belgisch-Frans partnerschap Capacité Motorisée (CaMo) maakten ook zo’n 200 Franse militairen deel uit van de battlegroup. “Er is een volledige Franse compagnie op pantservoertuigen, het 152^ste Regiment Infanterie, aanwezig. Net als onze eigen compagnieën is het geïntegreerd in het scenario en voert het opdrachten uit in de volledige zone”, licht kolonel Van Dyck toe. “Het doel van het samen trainen is om onze interoperabiliteit en samenwerking tussen België en Frankrijk te testen in het kader van CaMo. En dat werkt zeer goed”, voegt hij er lachend aan toe.

Burgerterrein

Om de oefening zo realistisch mogelijk te maken, vindt Celtic Uprise voornamelijk plaats op civiel terrein. “In reële omstandigheden werken we altijd op burgerterrein, wat veel complexer is dan militair terrein. We moeten rekening houden met bebouwde gebieden, dorpen, steden en de burgerpopulaties… met andere woorden, het normale leven. Hierdoor kan Defensie zich, te beginnen bij de eenheid, kenbaar maken bij de burgerbevolking door te laten zien wat we doen en waartoe we in staat zijn.”

Evaluatie van de battlegroup

Een van de 1C/1Gr compagnieën die deelnam aan Celtic Uprise zal volgend jaar ontplooien in Roemenië. “De battlegroup wordt geëvalueerd. We hebben ons het afgelopen jaar volledig opgewerkt om te komen waar we nu zijn. Het doel is om na de oefening combat ready te worden verklaard, zowel de staf als de betrokken compagnieën”, besluit kolonel Van Dyck.