Coastal Security: de ogen en oren van onze elfde provincie
Onze kustlijn mag dan misschien ‘maar’ 67 kilometer meten, het maritiem verkeer in onze Belgische wateren behoort tot het drukste ter wereld. Om de veiligheid te garanderen van een zone van maar liefst 3500km2 speelt ook Defensie een belangrijke rol.
In de Marinebasis van Zeebrugge bevindt zich het Maritiem Informatie Kruispunt (MIK), het zenuwcentrum voor de beveiliging van onze wateren. Binnen het MIK werken vier partners samen aan de veiligheid van onze zogeheten Exclusieve Economische Zone (EEZ): de Federale Overheidsdienst Mobiliteit, Douane, Politie en Defensie. De laatste drie vaardigen een permanentie af in de Marinebasis van Zeebrugge, waar elke morzel maritieme informatie passeert.
Defensie levert niet alleen infrastructuur voor het MIK, maar ook twee Coastal Patrol Vessels (CPV) in kader van de veiligheid: de P901 Castor (CSTR) en de P902 Pollux (POLX). Het takenpakket van deze twee patrouillevaartuigen zijn vrij uiteenlopend. “Het is eigenlijk gemakkelijker om uit te leggen wat we niet doen, dan wat wel,” vertelt Nicolas Van Damme, commandant van de POLX. De kustwachtactiviteiten beslaan een groot deel van de werkuren van het patrouilleschip. “Denk dan vooral aan visserijcontroles, controles op maritieme vervuiling (MARPOL) en search and rescue,” gaat de commandant verder. “Het gebeurt wel dat we bijstand vragen van een van onze drie partners, omdat sommige activiteiten buiten onze verantwoordelijkheid liggen.” Wanneer een schip bijvoorbeeld verdacht vaargedrag vertoont, speelt de kapitein die info door aan het MIK, zij maken een afweging van de situatie en bepaalt vervolgens wie van de vier de leiding over de situatie neemt.”
“Uiteraard voeren we ook taken uit binnen het kader van onze nationale veiligheid,” pikt Mathilde Langedock, commandante van de CSTR, in. “Wanneer niet-NAVO-schepen onze wateren binnen varen is het aan ons om een oogje in het zeil te houden. We schaduwen hen dan en geven alle relevante info door aan het MIK.” Die schepen verschijnen uiteraard niet zomaar op de radar. Door nauwe contacteren met de buurlanden blijft het MIK hiervan constant op de hoogte.
“Eenmaal per maand staat er ook een OPERA op het programma. Hier neemt een van de vier partners de leiding en voeren we vervolgens controles uit in onze EEZ,” gaat Langedock verder. “Aangezien de POLX en CSTR elk twee weken wacht voor haar rekening neemt, wisselt de werking tussen de twee regelmatig af. “Per schip zijn we ongeveer de helft van het jaar van wacht om te kunnen ingrijpen in geval van een eventuele inzet,” besluit ze.
Beide schepen opereren met een vaste bemanning van 15 militairen, aangevuld met specialisten in functie van hun opdracht.