Defensie leidt diplomaten van Buitenlandse Zaken op

Begin mei hebben Defensie en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken samengewerkt aan de “Hostile Environment Awareness Training” (HEAT). Een veertigtal diplomaten en diplomaten-stagiairs namen in het Kamp Koning Albert in Marche-En-Famenne deel aan deze opleidingsoefening onder leiding van instructeurs van Defensie.

 

Het doel van de oefening was diplomaten en toekomstige diplomaten voor te bereiden op de risicosituaties waarmee ze mogelijk te maken kunnen krijgen wanneer ze in het buitenland zijn gestationeerd. Hiervoor werd met de hulp van Defensie een gevarieerd programma van vier intensieve dagen opgesteld.

 

“Allereerst kregen ze theoretische cursussen over de samenwerking tussen Defensie en Buitenlandse Zaken, alsook over veiligheid in het cyberdomein. Vervolgens kwamen ze naar hier in Marche-En-Famenne. De eerste twee dagen waren een mix van theorie en praktijk over de verschillende gebieden waarmee ze te maken zouden krijgen tijdens de grote eindoefening,” legt majoor Peter Vergote, directeur van de oefening, uit. Het tweede deel bestond uit een grootschalige scenario-oefening in een fictief land. “De deelnemers moesten een verkenning uitvoeren om een Belgisch consulaat te heropenen. Hiervoor moesten ze allerlei situaties doorlopen, die geënsceneerd werden door rollenspelers en versterking kregen van verschillende eenheden binnen Defensie. Bijvoorbeeld: een brand blussen, een controlepost passeren, reageren op een gijzeling of met de pers praten.

 

Een welbekende samenwerking

Sinds 2010 organiseren Defensie en Buitenlandse Zaken gezamenlijke FACT-opleidingen (Foreign Affairs Crisis Team) en DFACT-opleidingen (Defence Foreign Affairs Crisis Team). “Het is geweldig om hier samen te zijn en de kans te hebben gekregen om deze opleiding tot stand te brengen”, vertelt veiligheidsattaché bij Buitenlandse Zaken Sanne Martens enthousiast.

 

“Voor deze 10e editie was het een opleiding met veel kwaliteit. Zowel voor ons als voor Defensie is de samenwerking op departementaal niveau nu beter gekend. Onze diplomaten zullen ook in de toekomst met militairen moeten samenwerken. Het is dus aangewezen dat ze weten hoe ze in België werken. Ik hoop dat we in de komende jaren opnieuw kunnen herhalen wat we hier hebben gedaan,” vervolgt ze.

 

Ook de feedback van de deelnemers was positief. “Sommigen van hen waren natuurlijk erg moe, maar ze hebben veel dingen geleerd die hen van pas zullen komen, zowel wanneer ze in het buitenland worden ingezet als voor de rest van hun leven,” besloot majoor Vergote.

Jacques-Emmanuel De Boeck

Adrien Muylaert