Elk jaar kleurt London zwart, geel en rood ter hoogte van de Cenotaaf, het grafmonument waar jaarlijks het grootste défilé na de eigen Nationale Feestdag plaatsvindt. Meer dan 300 Belgische militairen, oud-strijders en kadetten defileerden op zaterdag 16 juli in Whitehall Street, op een boogscheut van de Big Ben en Downing Street 10.

Om 11 uur vertrok het défilé onder de tonen van de Mars van de Marine, dat gespeeld werd door de Band of the Irish Guards. Opeenvolgend defileerden een peloton van de KMS (Koninklijke Militaire School), de KSOO (Koninklijke School voor Onderofficieren), het Leopold I-fregat, het vaandel, de mijnenjagers Bellis en Primula, de Belgische Marine Kadetten, de UK (United Kingdom) Marine Kadetten, de Belgische Standaards der oud-strijders, de UK Standaards der oud-strijders en verscheidene oud-strijders. Dat gebeurde onder het goedkeurend oog van de Heer Bruno Van der Pluijm, de Belgische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk, de CHOD (Chief of Defence) Michel Hofman, de COM (Commandant Marine) Jan De Beurme, de gouverneur van West-Vlaanderen Carl Decaluwé, Graaf d’Oultremont, voorzitter van het Cenotaaf-comité en tal van Belgische en Britse autoriteiten.

Na de ‘Exhortation’, waarbij alle aanwezigen antwoordden met “We will remember them” (“We zullen hen herinneren”), werden verscheidene bloemenkransen ter herinnering en eerbetoon aan de gesneuvelde soldaten aan het monument neergelegd.

De Cenotaaf werd op 11 november 1920 door Koning George V onthuld en is in Groot-Brittannië het nationaal monument voor alle soldaten die vielen voor hun vaderland.

Het defilé aan de Cenotaaf vindt altijd plaats op de zaterdag vóór de Belgische nationale feestdag, en is gewijd aan het broederschap tussen de Belgische en Britse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ondertussen omvat het ook alle Belgen die tijdens de Tweede Wereldoorlog samen vochten met de Britse soldaten.

De Belgen defileren gewapend en buiten de Londense wacht zijn zij de enigen die deze eer te beurt valt.

Het volledige detachement stond onder het bevel van Korvetkapitein Frederik Foulon, commandant van de Nautische School. Voor de gelegenheid waren het fregat Leopold I en de mijnenjagers Bellis en Primula, alsook het Franse schoolschip Almak naar London gevaren met de leerling-officieren en -onderofficieren van de Marine component. De schepen worden op dit ogenblik ingezet voor de zomercampagne van de Navy Academy. De Leopold I vervoegt na deze campagne Den Helder, terwijl de Bellis en de Primula eind juli hun thuishaven zullen binnenvaren. Daarna gaan de bemanningen op een welverdiend zomerverlof.