DOVO gaat de uitdaging aan in het Noorden

DOVO gaat de uitdaging aan in het Noorden

 

IJsland ontving van 28 september tot en met 6 oktober de jaarlijkse NAVO-oefening Northern Challenge. De Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) trainde er samen met dertien andere naties de bestrijding van geïmproviseerde explosieven (IED) in het kader van het antiterreurprogramma van de NAVO.

 

14 naties, 400 militairen en mensen van de Icelandic Coast Guard (IJsland heeft geen militaire strijdkrachten, nvdr.) met daarbovenop het vulkanische decor van het eiland, vormen het recept voor Northern Challenge. Een oefening waarbij de landen zich klaarstomen voor internationale ontplooiingen in het kader van terrorisme door de focus te leggen op het neutraliseren van geïmproviseerde explosieven. Gedurende ongeveer anderhalve week trainen en verfijnen ze de NAVO-tactieken, -technieken en –procedures.

 

13 Belgen, 2 teams

 

Aan de oefening namen tevens 13 Belgische ontmijners deel. “We hebben twee teams die aan de oefening deelnemen”, vertelt eerste-luitenant Jelle die de rol van evaluator vervult. “Een team bestaande uit drie personen vormt de ploeg ‘land’ die traint in de basis van de IJslandse kustwacht. Daarnaast is er het maritieme team dat uit zes personen bestaat, zij voeren hun opdrachten vooral uit langs de kust en in de havens.” De overige deelgenoten nemen de rol van evaluator op zich en een iemand maakt de geïmproviseerde explosieven voor de scenario’s klaar.

 

Zo realistisch mogelijk

 

Elke dag krijgt elk team twee scenario’s voorgeschoteld, een in de voormiddag en een in de namiddag. Af en toe krijgen ze nog een derde opdracht tijdens de avond. Via een order krijgen ze een locatie door. Daar treffen ze een internationale evaluator aan die de IED’s geplaatst heeft voor hun aankomst en de rol van getuige en/of politieagent op zich neemt om dit scenario te kaderen.

 

Wanneer de Nederlandse evaluator het laatste ontploffingstuig plaatst voor het Belgisch team, vertelt hij wat onze collega’s zullen aantreffen. “Het scenario is natuurlijk op voorhand geschreven, maar wanneer ik op de locatie aankom heb ik steeds de vrijheid het aan te passen om het zo realistisch mogelijk te maken. Zo kunnen de mensen zich echt inleven.”

 

De teamleider benadert de evaluator voor een gesprek om op deze manier meer informatie te krijgen over de situatie en vervolgens een manier van aanpak te bepalen. Het volledige proces wordt geëvalueerd door zowel iemand van de eigen natie als de internationale evaluator.

 

De meest onlogische weg

 

Kenny, aanvoerder van team ‘land’, bespreekt de situatie met zijn twee teamgenoten. “De situatie wordt steeds stap per stap besproken met het volledige team en daarna uitgevoerd door de aanvoerder van het team”, legt Jelle uit. “Het denken gebeurt dus steeds samen maar het handelen apart.”

 

De verandering van omgeving maakt dat onze Belgische militairen eens zo voorzichtig te werk gaan. “In België ken je de locaties stilaan en weet je ongeveer wat je kan verwachten, hier is alles nieuw”, vertelt Kenny. Ook de aanvoerder van het Belgische maritieme team gaat voorzichtig te werk. “Ik kies meestal voor de meest onlogische weg, daar hebben terroristen vaak niet aan gedacht en is dus meestal de veiligste keuze.”

 

Al onze Belgische militairen zijn het erover eens dat het leuke aan de oefening niet alleen de nieuwe omgeving is, maar ook om geëvalueerd te worden door iemand van een andere natie. “Zo leren we steeds weer bij, ze kunnen echt goede tips en tricks aanleveren”, zegt Kenny. Dat is overigens iets wat in beide richtingen werkt. Amerikaans evaluator Danny beoordeelt de andere naties, en dus ook onze Belgen, erg graag. “Uiteindelijk doen we allemaal dezelfde job, voeren we deze op dezelfde manier uit, maar toch net dat tikkeltje anders. Dat maakt het nu net interessant”.

Nathalie Mylle

Gert-Jan D’Haene

Damien Van Laethem