Drones geven indringers geen schijn van kans
Het militair kwartier van Lombardsijde vormt een perfecte uitvalsbasis om de capaciteiten van drones uit te testen. Specialisten van de Land- en Luchtcomponent werken samen om verschillende scenario’s uit te testen, overdag en ’s nachts, boven zee en op het land.
Drones zijn in het dagelijkse leven niet meer weg te denken. Zowel in de persoonlijke levenssfeer als in de economische sector is het gebruik van de drone volop in opmars. Toch was het de militaire luchtvaartsector waar de drone het levenslicht zag, eind de jaren 1960. Afgedankte vliegtuigen werden, onbemand en vanop afstand bestuurd, als luchtdoel tijdens oefeningen gebruikt. Het begrip drone, unmanned aerial vehicle (UAV) of remoted piloted aircraft system (RPAS) werd geboren. Drone is het Engelse woord voor dar, een mannetjesbij, en verwijst in de beeldspraak naar het uitzicht van sommige toestellen en gezoem van hun motoren.
Ook bij Defensie zijn drones of onbemande vliegtuigen al vele jaren in gebruik. Denk maar aan het 14 Regiment Luchtdoelartillerie of het 80 smaldeel Unmanned Aerial Vehicles, waar drones het wapensysteem van de eenheid waren. De huidige technologische vooruitgang en ontwikkelingen op het gebied van onbemande luchtvaart hebben van de drone eens te meer een potentieel wapensysteem voor de toekomst gemaakt.
Zo staat de komst van MQ-9B Skyguardian in 2023 gepland. Op kleinere schaal onderzoekt de Luchtcomponent momenteel de mogelijkheid om een drone van het type DJI Matrice 300, als extra capaciteit te integreren om de dagelijkse werking van onze eenheden te ondersteuning. Het idee om het gebruik van luchtbeelden bij onze luchtmacht te integreren is ontstaan in het voorjaar van 2020. Domeinen als communicatie, evaluatie, infrastructuur, vliegveiligheid en vliegveldbewaking komen hiervoor in aanmerking.
“Tijdens een recente evaluatieoefening op de luchtmachtbasis van Florennes merkten we dat het in beeld brengen van de reactie van de eenheid bij bepaalde incidenten een absolute meerwaarde kan zijn om procedures bij te sturen en incidenten nog efficiënter aan te pakken”, vertelt majoor van het vliegwezen Jeroen Mombers-Schepers bij wijze van inleiding. Jeroen is industrieel ingenieur vliegtuigmechanica van opleiding en maakt deel uit van de divisie Standardisation, Ambition and Evaluation (S.A.Eval) bij het operationeel commando van de Luchtcomponent (COMOPSAIR). Hij is als projectofficier ook verantwoordelijk voor de proof of concept van het droneproject. Het doel: een gedetailleerde behoefte-uitdrukking lanceren in de nabije toekomst.
Na een rondvraag op de staf van de Luchtcomponent bleek al snel dat meerdere divisies te vinden zijn voor het gebruik van een drone, zoals die van het type DJI Matrice 300, ter ondersteuning van de dagelijkse werking. Naast het gebruik als hulpmiddel bij evaluaties, waarvoor wij het toestel gebruiken, oordeelde bijvoorbeeld het Aviation Safety Directorate (ASD) dat een drone een uitstekend hulpmiddel kan zijn om de omvang en impact van luchtvaartongevallen in kaart te brengen.
Hetzelfde geldt voor onze eenheden voor force protection. Onze basissen hebben vele groene zones en een oppervlakte van enkele vierkante kilometers. Bij een indringing van een militair gebied door onbevoegden kan de operator met zijn drone de beveiligingstroepen aansturen. De commandant van de troepen krijgt een perfect overzicht van het gebied. Zeker tijdens de nacht, wanneer we de drone kunnen uitrusten met een volgspot en een thermische camera, maakt een indringer geen schijn van kans.
Ook bij infrastructuurwerken kan die capaciteit voordeel opleveren. “Zo hebben we in december 2020 op een koude ochtend, op vraag van de dienst infrastructuur van het kwartier Koningin Elisabeth in Evere, een ondergronds lek gevonden waarlangs dagelijks meer dan 22 m³ aan warm water verloren ging”, gaat Jeroen verder terwijl hij de thermische camera en volgspot vastmaakt aan de DJI M300.
“Het militair kwartier van Lombardsijde, waar we ons momenteel bevinden, is een perfecte uitvalsbasis om de capaciteiten van de drone en vooral de beeldvorming van de camera’s uit te testen. De samenwerking met onze collega’s van de Landcomponent verloopt vlekkeloos en we krijgen een maximale ondersteuning.”
“Straks bij duisternis en nacht gaan we verschillende scenario’s uittesten. Zo gaan we boven zee op zoek naar een bootje dat onze zone wil binnendringen. Elders zullen enkele collega’s zich in de duinen en de gebouwen verstoppen. Het doel is om met de thermische camera en het trackingsysteem hun lichaamswarmte op te pikken en elke beweging automatisch te volgen. Aan de hand van de volgspot en de gps-coördinaten kunnen we dan de force-protectioneenheden naar de juiste plaats loodsen”, zegt Jeroen terwijl hij de drone richting zee stuurt.
“Je vliegt deze drone met een team. Ik focus me louter op het vliegen van de drone. De besturing van de camera en de volgspot is de taak van de sensoroperator. Een verantwoordelijke kan de livebeelden volgen op een externe monitor die met het systeem verbonden is. Het huidige systeem kan een belangrijke meerwaarde vormen om de dagelijkse opdrachten van onze eenheden te ondersteunen. Ook al blijft het een grote uitdaging om de gepaste IT-middelen te vinden om de beelden op te slaan, te verwerken en door te sturen”, besluit Jeroen.