Mijnenjager Crocus bereidt zich voor op operatie: “Aan boord zit je altijd middenin de actie”

In augustus 2023 zal de mijnenjager Crocus deel uitmaken van de NAVO-mijnenbestrijdingsvloot Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1). Om zich hierop voor te bereiden en de noodzakelijke Sea Acceptance and Readiness Checks te behalen, traint de bemanning meerdere weken intensief verschillende scenario’s en procedures aan boord: “Elke dag is anders en uitdagend”, klinkt het.

 

“Nav lights on”, weergalmt er ‘s ochtends vroeg op de brug van de Crocus, van waaruit de mijnenjager bestuurd wordt. Gekleed in witte “anti-flash”-pakken – die extra bescherming bieden tegen hitte en vuur – is de bemanning druk in de weer om de haven van Zeebrugge uit te varen en een nieuwe trainingsdag aan te vatten.

Een uitval van de machines in een operatiezone op zee, een aanvaring met een mijn, een daaropvolgend lek en verschillende branden aan boord. De opeenvolgende taferelen zorgen voor een ware beproeving voor de bemanning aan boord. Het scenario maakt deel uit van de Sea Acceptance and Readiness Checks (SARC), die bepalen of een schip al dan niet klaar is om ingezet te worden tijdens oefeningen of operaties.

Zes fases doorlopen

 

Het opwerken van een schip bestaat uit zes belangrijke fases, die geëvalueerd worden door de militairen van het MCMV Operational Sea Training (MOST)-team. Tijdens SARC 1 wordt er gekeken of de bemanning veilig aan boord kan leven. SARC 2 controleert of de noodzakelijke documenten en materiaal aanwezig zijn. Tijdens SARC 3 – ‘ready for sea’ – gaat het schip voor het eerst op zee om na te gaan of de crew veilig kan navigeren.

 

“Vandaag zitten we in SARC 4: ‘ready for exercise’”, legt de eerste officier van de Crocus, kapitein Roel, uit. “Dat wil zeggen dat we ons klaarmaken om oefeningen uit te voeren. Naast het veilig varen worden onder meer ook de mijnenjachtprocedures onder de loep genomen en wordt er gekeken of we onszelf kunnen beschermen tijdens het mijnenjagen. Dat is dan ook onze core business”.

 

Tijdens SARC 5 en 6 – ‘ready for action’ – traint de bemanning op realistische oorlogsscenario’s. “Want een volledig opgewerkt schip moet kunnen opereren in een vloot, samen met andere naties en de hoogste vorm van geweld.” Wanneer een schip de zes stadia succesvol doorlopen heeft, is het klaar om ingezet te worden tijdens operaties, zoals SNMCMG1 van de NAVO.

Multifunctionele bemanning midden in de actie

 

Aan boord van een operationeel schip is de samenwerking tussen de bemanning van cruciaal belang: van technieker tot kok en van radio- operator tot brandbestrijder. De meeste bemanningsleden voeren daarbij ook verschillende functies tegelijk uit.

 

“Als officier van wacht heb ik de leiding over de navigatie op de brug. Daarnaast heb ik ook een logistieke functie, waarbij ik verantwoordelijk ben voor de aankopen aan boord”, legt Vaandrig-ter-zee 2e klasse Justine uit. “Dat is het voordeel van werken bij de marine: je kan er veel verschillende dingen doen. Je hebt geen vooraf bepaalde rol.”

 

Wanneer er aan boord iets gebeurt, zit je er altijd middenin. Als het schip wordt aangevallen, kan je daar moeilijk géén deel van uitmaken,” aldus kapitein Roel. “We krijgen ook de kans om van de ene plek naar de andere te reizen en zo de wereld te ontdekken. Elke dag is anders en uitdagend aan boord,” besluit hij.

Wilge Decraene

Gert-Jan D'Haene