Militaire samenwerking tussen Europa en Afrika en rivaliteit tussen grote mogendheden

De versterking van de militaire samenwerking tussen de Europese Unie en Afrikaanse staten was het onderwerp van een werkseminarie dat op 4 juni plaatsvond onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU. Een terugblik op het verleden herinnerde aan het belang van duurzame samenwerking en partnerschap, ook in de huidige context van internationale machtsstrijd.

 

Hoewel de betrekkingen tussen de Europese Unie en Afrika al vele jaren oud zijn, hebben ze de laatste tijd geleid tot allerlei samenwerkingen en partnerschappen. West-Afrika is de afgelopen vier jaar evenwel getroffen door verschillende staatsgrepen, wat zorgde voor een andere dynamiek. Verschillende buitenlandse spelers maakten misbruik van de situatie om zich op te dringen, wat leidde tot machtsstrijd binnen internationale organisaties.

 

“Continenten samenbrengen, allianties smeden: de militaire samenwerking tussen de Europese Unie en Afrikaanse staten versterken in een context van mondiale machtsstrijd” was het thema dat naar voren werd gebracht door het Egmontinstituut, het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie (KHID) en het Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie (SCVD) (Bridging continents, forging alliances: Enhancing military collaboration between the European Union and African States in a global power competition).

 

Groeiende internationale belangen

 

Grote spelers zoals Rusland, China, Turkije en de EU verdedigen verschillende belangen in Afrika. Voor China zijn de belangen bijvoorbeeld meer economisch, terwijl Rusland meer geïnteresseerd is in de politieke dynamiek van de regio.

 

De EU moet zich echter blijven inzetten voor Afrika: naast de diplomatieke en demografische uitdagingen (gezien de nabijheid van de twee continenten), kunnen de economische uitdagingen niet over het hoofd worden gezien: 30% van de hulpbronnen van onze moderne samenleving komt van het Afrikaanse continent.

 

De afgelopen jaren heeft de EU echter aan invloed ingeboet in Afrika. Aan het einde van een decennium dat gekenmerkt werd door staatsgrepen en schending van democratische waarden, lijdt de EU aan een identiteitscrisis. Europa moet daarom beslissen wat het wil doen, hoe en met wie, want een uniforme ‘one size fits all’-aanpak is niet de oplossing.

 

Successen en lessen

 

Tijdens het seminarie werden enkele voorbije missies op het Afrikaanse continent geëvalueerd: Barkhane in de Sahel, de Europese trainingsmissie in Mozambique en operatie New Nero in Niger. Een van de conclusies: de doelstellingen moeten duidelijker, zowel militair als politiek, en de verschillende activiteiten moeten worden gecoördineerd in plaats met elkaar te concurreren. Daarnaast is de juiste uitrusting nodig om de effectiviteit van de inspanningen te vergroten: het is beter om volledige eenheden te trainen zonder te sterk te focussen op quick wins.

 

Hoewel de EU het tijdperk van Europese trainingsmissies achter zich lijkt te hebben gelaten, maar er nog steeds ruimte zijn voor partnerschaps-, ondersteunings- en (militaire) bijstandsmissies. Inzetten op blijvende ondersteuning is essentieel: als echte partners, schouder aan schouder.

 

Het is essentieel om vanaf dag één de voorwaarden te scheppen voor een langdurige relatie tussen partners.  Een relatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen maakt het mogelijk om, afhankelijk van de behoeften en de context, een missie voort te zetten of te onderbreken.

Bilitis Nijs

Lucia Gaggero & DG StratCom