‘Africa Tour’: onmisbare logistieke schakel voor Defensie

Driewekelijks maakt een A400M een tocht over het Afrikaans continent om de Belgische militairen in opdracht te bevoorraden. De vijfdaagse reis combineert de noodzakelijke bevoorrading van de operatietheaters met het transport van humanitaire goederen en toont een geoliede samenwerking tussen de Land- en Luchtcomponent van Defensie en andere Belgische en lokale Afrikaanse organisaties. Een blik op de logistieke rollercoaster tijdens de net afgeronde tour van 15 t.e.m. 20 december 2022.

 

“Ons eten is daar,” weerklinkt het op de luchthaven van Kindu in de Democratische Republiek Congo (DRC). “En vergeet dat pakje niet aan de luitenant af te geven!”. Wie lang weg is van huis, prijst een goede keuken met verse gerechten of een postpakketje des te meer. Achter deze driewekelijkse bevoorrading van onder meer etenswaren, onderhoudsmateriaal, persoonlijke post en vervangstukken voor allerlei zit een hele draaischijf verstopt getiteld ‘Africa Tour’.

 

De tussenstops zijn uiteraard afhankelijk van waar de Belgische militairen zich bevinden. Deze rit landde de grote cargoreus in Niamey (Niger), Libreville (Gabon), Kinshasa (DRC), Lubumbashi (DRC), Kindu (DRC) en Cotonou (Benin).

 

Associatie Land- en Luchtcomponent

 

Deze ‘Africa Tour’ is een mooi staaltje samenwerking tussen de Movement Control Group – MCG (Land), de 15e Wing (Lucht) en de compagnie luchtbevoorrading RavAir (Land). De eenheden hebben elkaar allemaal nodig en genieten van elkaars eigen specifieke kwaliteiten om deze opdracht mogelijk te maken.

 

De MCG-medewerkers aan boord staan in voor het logistieke aspect. 1e sergeant-majoor Kristof is de spil in het organisatorische kluwen en staat in voor de coördinatie tussen alle logistieke punten tijdens de tour. Zijn kersverse collega, sergeant Ann, is zijn rechterhand. Logistiek vraagt snelheid en veel actie-reactie, en die combo wordt tijdens de ‘Africa Tour’ soms weleens op de proef gesteld. “We make it happen!”, glundert Kristof met enorme fierheid over zijn eenheid.

 

Al die paletten, kisten, dozen en zelfs koelsystemen worden zonder aarzelen de vlieger in- en uitgerold door het personeel van RavAir, die met twee medewerkers instaan voor het maken van de paletten en het in- en uitpakken van de goederen.

 

Het stapelen mag echter niet zomaar willekeurig gebeuren. Alle verantwoordelijkheid voor het juist indelen van de buik van de grote cargoreus drukt op de schouders van de loadmaster. “Bij het laden moet je steeds rekening houden met het centre of gravity van het toestel, dat altijd in evenwicht en balans moet zijn,” vertelt loadmaster met tonnen ervaring, Adjudant Stef. Samen met de boordcommandant, de piloten en de gegevens van MCG berekent hij of het transport mogelijk is. “Tijdens deze tocht komen we al eens voor verrassingen te staan en duiken er soms ongeplande paletten op. Dan moeten we puzzelen. Een enkele keer kunnen we iets niet meenemen. Jammer, maar de veiligheid gaat voor. Vol is vol.”, vult MCG’er Kristof nog aan.

 

‘De chauffeurs’, zoals ze grappend genoemd worden, zitten aan het stuur van de zilvergrijze cargopatser. Drie piloten vliegen afwisselend met zicht op het prachtige Afrikaanse continent. Het is genieten, maar het luchtruim van het mooiste continent ter wereld brengt ook extra uitdagingen met zich mee. “Een onweer hier kan je niet vergelijken met een onweer in Europa,” vertelt commandant Joachim, piloot van de A400M. “De A400M is dankzij de weerradar wel uitermate geschikt om deze opdracht uit te voeren.” Om de tour rond te krijgen is het eveneens een gepuzzel met vluchturen. “We moeten minstens twaalf uren rusten na elke vlucht en na zestig werkuren dienen we één rustdag in te lassen,” vertelt hij. “De vlieguren beginnen ook te tellen vanaf het moment dat de piloten voet in het toestel zetten. Daarom gaan de twee mekaniekers vaak enkele uren eerder en zetten ze alles al klaar zodat we onze vlieguren optimaal kunnen benutten en we de tour in zes dagen kunnen afwerken.”

 

Humanitaire bijdrage

 

Van de ‘Africa Tour’ maakt Defensie ook gebruik om humanitaire goederen, geschonken door Belgische organisaties, ter plaatse te krijgen. Ziekenhuisbedden en ander -materiaal, speelgoed, medicijnen en schoolbenodigdheden worden tot bij de juiste contactpersoon geloodst. Ook voor de logistieke slinger ter plaatse staan Belgische militairen paraat. Adjudant-chef Kurt, die de voorbije jaren als Belgisch militair werkzaam is in de DRC, ontvangt op de luchthaven van Kinshasa de goederen en neemt contact op met de juiste partner. “In sommige gevallen staan we ook in voor het transport en trotseren we het chaotische verkeer met onze Unimog,” vertelt hij. Kurt is overigens de verwelkomende herbergier van de Okapi Lodge in Kinshasa; de ‘pauzeknopplek’ voor Belgische militairen in transit.

 

Lokale economie

 

Om de operatietheaters te bevoorraden werkt Defensie samen met Group Number One, een Congolees-Belgische organisatie gebaseerd in Lubumbashi (DRC) die de etenswaren lokaal inkoopt en verkoopt aan Defensie. Op die manier wordt ook de lokale economie ondersteund. Deze keer werd er onder meer drinkbaar water, vers fruit en diepgevroren vlees naar Kindu getransporteerd. “De samenwerking met de Belgen verloopt erg positief!”, vertelt Rémy, supervisor van de organisatie, glunderend op de luchthaven. Hij werkt al twaalf jaar voor de organisatie en is verantwoordelijk voor de import en export van Group Number One.

 

Op 4 januari vangt de eerste ‘Africa Tour’ van 2023 aan. Dankzij deze multidisciplinaire samenwerking zet Defensie in op humanitaire ontwikkeling en kunnen onze militairen hun opdracht op het Afrikaanse continent blijven uitvoeren. Door mee te bouwen aan de stabiliteit buiten onze landsgrenzen, draagt Defensie bij aan de veiligheid in ons eigen land.

Kerlijn Puttemans

Clint Soete

Clint Soete