CaMo-project loopt op (gepantserde) wielen

Het CaMo-project (Capacité Motorisée) is een strategisch partnerschap tussen België en Frankrijk dat zorgt voor een betere samenwerking tussen beide gemotoriseerde capaciteiten. Regelmatige trainingen bereiden de Belgische militairen momenteel voor op deze toekomstige samenwerking en de komst van nieuw materiaal als het Griffon pantservoertuig, waar ons land vanaf 2025 over zal beschikken.

 

“Het partnerschap met Frankrijk is de toekomst. De start van het CaMo-project is goed genomen,” aldus kolonel Geeraert, commandant van onze Gemotoriseerde Brigade. De inwisselbaarheid van eenheden is een sleutelpunt van het project. De bedoeling is dat een Belgische compagnie in de toekomst vlot in een Frans bataljon kan worden ingeschakeld en vice versa, zonder technologische of operationele hindernissen. “CaMo is niet louter de aankoop van nieuwe voertuigen of materiaal, maar ook het gezamenlijk trainen en het ontwikkelen van eenzelfde doctrine,” legt Frans projectofficier kolonel Jacquier uit. “Beide landen zijn in staat om zich te engageren voor gemeenschappelijke doelen. Dit is eigenlijk het devies van militaire samenwerking: samen tussenkomen in operatie en volledig inwisselbaar zijn. Dat was vroeger niet altijd het geval,” aldus Jacquier.

 

“Er is maar één toekomst voor ons en dat is het partnerschap met de Fransen. We zijn die toekomst volop aan het voorbereiden. Het is echt een system of systems waarbij alles geïntegreerd is,” benadrukt brigadecommandant Geeraert. Dat Système d’Information de Combat Scorpio, kortweg SICS, is een informatie-en commandosysteem van netwerkradio’s dat alle navigatie-, observatie- en communicatiesystemen met elkaar verbindt. Voertuigen in colonne zullen in de toekomst met een druk op de knop de hele colonne kunnen informeren over de situatie, op verschillende locaties en niveaus. Om dit vlot te laten verlopen, is het belangrijk dat België en Frankrijk ‘dezelfde taal’ spreken qua doctrine en dat ze dus voldoende trainen.

 

Banden versterken

 

De contacten met Frankrijk zullen de komende tien jaar op drie niveaus gebeuren. Ten eerste zijn er een aantal grote oefeningen als Celtic Uprise, trainingen met focus op interoperabiliteit. Daarnaast zijn er regelmatig gezamenlijke trainingen waarbij bijvoorbeeld een Belgische compagnie geïntegreerd wordt in een Frans bataljon. Recent was een detachement van het Franse leger aanwezig op een grote oefening van onze Gemotoriseerde Brigade in het Duitse Bergen-Höhne. Tot slot zijn er bilaterale activiteiten die de band tussen beide landen versterken. Bijna elke eenheid van de maneuvertroepen heeft intussen een zustereenheid bij de Fransen.

“Door regelmatig samen te trainen planten we kleine graantjes in de verschillende eenheden, in de hoop daar later de vruchten van te kunnen plukken. Zo bouwen we een sterk netwerk op,” legt de brigadecommandant uit. Hij vervolgt: “De bedoeling is om op het moment dat we echt gaan samenwerken, met het nieuwe materiaal, al zo goed mogelijk op elkaar ingespeeld te zijn.”

 

Splinternieuwe voertuigen als de Griffon, waarmee de Fransen al trainen, zullen vanaf 2025 ook de Belgische vloot vervoegen. Met zijn 24,5 ton, groot scherm en gesofisticeerde bediening is de Griffon een knap staaltje technologie. Deze voertuigen zullen zo dicht mogelijk bij het gevecht de strijdkrachten vervoeren en ondersteunen. Ook de komst van de Jaguar voertuigen staat voor beide landen op til. De geïntegreerde systemen voor deze voertuigen zitten momenteel in een onderzoeks- en testfase. De toekomstige trainingen zullen dan ook vooral focussen op de afstemming van procedures en geïntegreerd werken.

Bilitis Nijs

Vincent Bordignon