Een jaar lang strijden tegen Corona

Een jaar geleden, op donderdag 12 maart, kondigde de Nationale Veiligheidsraad de federale fase van het crisisbeheer af in het kader van de strijd tegen Covid-19. De coronapandemie werd zo officieel een nationale crisis. En bij nationale crisissen wordt er meestal ook naar Defensie gekeken om steun te leveren. Die steun kwam er en zou het hele jaar, tot op vandaag, doorlopen. Tijd dus voor een overzicht van hoe Defensie tijdens de coronacrisis werd en wordt ingezet.

Begin van de pandemie

Begin februari 2020 was er in ons land en de rest van Europa nog geen sprake van corona. In Wuhan hadden de Chinese autoriteiten echter al een strikte lockdown afgekondigd en in een recordtijd een nieuw hospitaal uit de grond gestampt om de toevloed aan coronazieken op te vangen.

 

Van die periode dateert ook de eerste inzet van Defensie tijdens de coronapandemie. Op 2 februari werden twaalf Belgen uit Wuhan gerepatrieerd. Aangezien ze mogelijk met het nieuwe virus besmet waren, moesten ze veertien dagen in quarantaine. Ze konden ook niet via de luchthaven van Zaventem het land binnenkomen, aangezien die toen nog op volle toeren draaide en er een reële kans was om het virus op andere reizigers over te dragen.

 

Defensie kon hierop een antwoord bieden. De vlucht kon landen op de militaire luchthaven van Melsbroek en van daaruit werden de reizigers overgebracht naar het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Neder-Over-Heembeek. Daar werd meteen een vleugel afgezet, zodat ze niemand anders konden besmetten. Op 17 februari mochten de reizigers het ziekenhuis verlaten en keerden ze terug naar huis.

De epidemie verbetert echter niet en vanaf half februari begint het virus ook in Europa wild om zich heen te slaan. Italië wordt aanvankelijk het zwaarste getroffen, maar ook ons land ontspringt de dans niet. Er is dringend nood aan persoonlijk beschermingsmateriaal en een manier om dat materieel zo snel mogelijk bij de gebruikers te krijgen. Daarom stelt Defensie op 11 maart zijn hangars in het militaire kwartier in Peutie ter beschikking als veilige en centrale opslagplaats van mondmaskers en persoonlijke beschermingsmiddelen. Een dag later gaan in België de scholen en de horeca dicht.

 

Tijdens de eerste helft van maart stijgt het aantal besmettingen exponentieel, de steun van Defensie volgt de stijgende vraag. Vanaf 16 maart worden drie ambulances van het militair hospitaal ingezet om besmette patiënten tussen burgerziekenhuizen te vervoeren. Tegelijkertijd neemt het hospitaal patiënten met zware brandwonden op uit die ziekenhuizen. Zo worden die ontlast en kunnen ze zelf meer covidpatiënten opnemen.

 

Defensie is ondertussen de belangrijkste speler geworden voor de verdeling van mondmaskers. Op 17 maart transporteert Defensie nog beschermingsmaterieel naar elf militaire en civiele depots in alle provincies. Van daaruit worden ze verder verdeeld op provinciaal niveau. De deelname van onze militairen kan echter het onvermijdelijke niet uitstellen: op 18 maart gaan de deuren van het land toe. België gaat in lockdown.

Een eerste lockdown

In tegenstelling tot het sociale, culturele en economische leven in België dat op 18 maart stilvalt, schakelt Defensie noodgedwongen nog een versnelling hoger. Op 20 maart wordt vanuit het militaire kwartier in Peutie een recordaantal van vijf miljoen mondmaskers naar de provincies vervoerd. Datzelfde depot verdeelt in de loop van maart ook ontsmettingsalcohol, beschermende kledij en ander beschermingsmaterieel.

 

De Luchtcomponent stelt op 25 maart zijn permanente expositie ter beschikking aan het Heilig Hartziekenhuis in Mol, dat er een triagestation voor coronapatiënten van maakt. De dag erna zorgt het provinciecommando van Luik voor bedden, dekens en een container met douches voor daklozen.

Medische Component lokaal en nationaal

De Medische Component houdt ondertussen 25 beademingsapparaten ter beschikking voor Belgische ziekenhuizen die met tekorten zitten. Hij zet ook twee medische planners in bij de federale overheidsdienst Volksgezondheid. Zij helpen de behoeften te bekijken die Defensie voor de bevolking kan invullen en dienen als verbindingsofficier tussen Defensie en de FOD. Tien dagen later, op 30 maart, komen daar nog eens twee medische planners bij.

 

Ook op lokaal niveau wordt niet stilgezeten. Het 2 Element voor Medische Interventie (2 EMI), de eenheid van de Medische Component in Leopoldsburg, helpt vanaf 31 maart om coronapatiënten te vervoeren tussen de diensten intensieve verzorging van verschillende ziekenhuizen.

 

Het 5 Element voor Medische Interventie uit Nijvel leent op 31 maart twee van zijn beademingstoestellen uit aan het Jessaziekenhuis in Hasselt.

Spreidingsplan in actie

Het spreidingsplan, waarbij het militair hospitaal brandwondenpatiënten uit andere ziekenhuizen opvangt, wordt ondertussen ook in de praktijk gezet. Op 24 maart neemt het hospitaal zestien patiënten met brandwonden op. Zeven dagen later, op 31 maart, levert het een beademingstoestel en een kinesist in steun aan het Brusselse Erasmusziekenhuis. Het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen krijgt het RNA-extractieapparaat van het militair hospitaal in bruikleen. Zo verdubbelt het instituut in één klap zijn testcapaciteit voor Covid-19.

Luchtcomponent draait op volle toeren

Ook de Luchtcomponent van Defensie draait in maart overuren. Covid heeft het luchtruim op slot gedaan, de meeste burgervluchten worden geannuleerd, de vloten blijven aan de grond. Vele landgenoten die bij het begin van de pandemie in het buitenland verbleven, raken niet meer terug in België. De regering beslist al vanaf 22 maart om Belgen en andere Europese burgers met militaire vluchten te repatriëren vanuit Tenerife, Mali, Niger, Rwanda, Burundi en de Democratische Republiek Congo.

Het pad naar het nieuwe normaal

Op 6 april wordt de Groep van Experts die belast is met de Exit-Strategie (GEES-werkgroep) in het leven geroepen. Die moet een veilig pad uit de lockdown uitstippelen. Van versoepelingen is er op dat moment echter nog geen sprake, ook niet bij Defensie. Zijn rol als knooppunt voor en verdeler van beschermingsmiddelen loopt in april onverminderd voort. Ook humanitaire initiatieven zoals de lokale opvang krijgen nu militaire ondersteuning.

Hoe langer de lockdown duurt, hoe meer complottheorieën over Covid-19 er op de sociale media de kop opsteken. Om die te bestrijden creëert de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), de militaire inlichtingendienst, eind april een online platform om desinformatie te bestrijden.

 

De chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) bestrijdingsteams van Defensie leveren vanaf 8 april steeds vaker hulp aan de natie. Ze ontsmetten bij aankomst de passagiers en de toestellen van de repatriëringsvluchten van Defensie. De brandweer van Gent krijgt van de eenheid vijf verstuivers om hun ambulances te ontsmetten. Die CBRN-teams ontsmetten op 8 april trouwens ook de ambulances van het militair hospitaal.

 

Tegen midden april is de situatie in de Belgische ziekenhuizen, rusthuizen en woonzorgcentra dramatisch te noemen. De corona-overlijdens lopen torenhoog op, zeker in de woonzorgcentra, waar de verpleging de situatie nauwelijks het hoofd kan bieden. Daarom beslist de regering samen met Defensie om meer en meer militair medisch personeel in te zetten in Belgische zorginstellingen.

 

De eerste steun komt er al op 8 april: in een rusthuis in Jette gaan zes militaire ambulanciers aan de slag. Tegen eind april is er militair medisch personeel aan het werk in minstens 25 zorginstellingen over het hele land, waarvan er vele ook ontsmet worden door teams van Defensie. Eind april wordt hun taak nog uitgebreid en nemen ze zelf Covid-19-tests af. Op 23 april 138 bezoeken medische militaire teams daarvoor de bewoners van het WZC Sainte-Gertrude in Brussel. Tegelijkertijd geven specialisten van de Medische Component trainingen rond ziekenhuishygiëne in woonzorgcentra over het hele land.

Versoepelingen

Op 4 mei beslist de GEES dat het moment daar is voor de eerste economische en sociale versoepelingen. Dat betekent echter niet dat het werk van Defensie erop zit.

 

In de eerste week van mei leveren militaire logistieke eenheden maar liefst zeshonderd palletten met medisch materiaal en plaatst Defensie een bestelling voor stoffen mondmaskers voor elke inwoner van België. Op 8 juni, een kleine maand later, vertrekt uit Peutie het eerste konvooi van vijftig vrachtwagens met aan boord de mondmaskers voor de bevolking.

 

Ook de militaire steun in de woonzorgcentra loopt gewoon door, hoewel op een iets lager pitje. Waar de nood hoog is, kunnen de instellingen nog altijd rekenen op ambulanciers, verpleegkundigen, logistiek medewerkers en specialisten van Defensie. De hoogste nood is op 18 juni echter geledigd, waardoor Defensie beslist om zijn hulp aan de zorgcentra te laten uitdoven.

 

Defensie probeert ondertussen, in de mate van het mogelijke zijn normale ritme te hernemen. In de loop van mei hervat het de inschrijvingen voor vacatures, de selectieproeven en de oefeningen van de Marine en de Land- en Luchtcomponent. Daarbij houden ze wel nog steeds strikt rekening met de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondanks de crisis zijn de militaire operaties van Defensie nooit in gedrang gekomen.

Op naar een tweede piek

Wanneer op 1 juli fase vier ingaat, lijkt de exitstrategie nog steeds te werken. Er komt een lichte stijging van de besmettingscijfers, maar niets om ons ongerust over te maken, zo verzekert de regering ons. Dat optimisme is echter van korte duur. Op 23 juli beslist de Nationale Veiligheidsraad om toch niet over te gaan naar fase vijf van de versoepelingen. Integendeel, onze sociale bubbel wordt weer kleiner en de mondmaskerplicht wordt uitgebreid.

 

Ook Defensie voelt de stijging in de cijfers van de steunaanvragen. In de loop van augustus stuurt het opnieuw militaire ambulanciers naar verschillende woonzorgcentra. Ook de twee medische planners van het 2 Element voor Medische Interventie keren terug naar de FOD Volksgezondheid om daar de Patient Evacuation Coordination Cell (PECC) te ondersteunen.

 

De nieuwe verstrengingen brengen jammer genoeg geen soelaas. Vanaf oktober lijkt het hek weer helemaal van de dam. België wordt meegesleurd in een stroom van exponentieel stijgende coronabesmettingen. De regering neemt drastische beslissingen op het gebied van economie en sociale activiteiten en stapt opnieuw naar Defensie voor steun.

Defensie schiet opnieuw te hulp

Op 19 oktober activeert het militaire hospitaal opnieuw het Belgian association for burns

 

Injuries (BABI) plan, waardoor ziekenhuizen hun brandwondenpatiënten naar Neder-Over-Heembeek kunnen brengen en zo meer capaciteit kunnen vrijmaken voor coronapatiënten. Een dag later komt er opnieuw een nieuwe ambulance stand-by voor patiëntenvervoer tussen de ziekenhuizen. Respiratoren worden uitgeleend aan ziekenhuizen in Jette en Hasselt. Op 22 oktober houdt het militaire ziekenhuis een tweede ambulance met bijhorend personeel stand-by. De hyperbare centra van Antwerpen, Aalst, Brugge, Luik en Charleroi sluiten eind oktober de deuren. Het Militair Hospitaal neemt op 28 oktober al hun activiteiten en zorgvragen over.

 

De operationele medische eenheden (Elementen voor Medische Interventie) draaien ondertussen overuren. Over het hele land ondersteunen ze het overbevraagde personeel van ziekenhuizen en woonzorgcentra bij. Op 3 november worden militairen van het Bataljon 12 Linie Prins Leopold – 13 Linie, in normale tijden een gevechtseenheid, ingezet als onthaalassistent in het Centre Hospitalier Reine Astrid in Malmedy. Specialisten van de Medische Component blijven ook trainingen geven over het juiste gebruik van persoonlijk beschermingsmateriaal en andere manieren om het besmettingsrisico bij de omgang met covidpatiënten te minimaliseren.

 

Half november 2020 is de piek van de tweede coronagolf net achter de rug. De besmettings- en hospitalisatiecijfers beginnen opnieuw te dalen en er is hoopvol nieuws over de effectiviteit van een vaccin. De steunaanvragen blijven echter komen. Militairen worden over heel het land ingezet in woonzorgcentra en de steun aan woonzorgcentra waar militairen al aan de slag waren, wordt verlengd. 30 november springt eruit: Defensie beslist op een dag om steun te leveren in vier nieuwe woonzorgcentra en de steun in vier andere te verlengen. Dezelfde dag wordt ook de militaire steun aan vier ziekenhuizen en twee gezondheidscentra verlengd.

Een nieuwe hoop: de vaccinaties

De tweede Coronagolf treft België nog harder dan de eerste: meer besmettingen, meer ziekenhuisopnames en vooral een tragere daling van de besmettingscurve. Er lijkt echter een lichtpuntje aan de horizon. Op 21 december 2020 keurt Europa het eerste vaccin tegen Covid van de firma’s Pfizer/BioNTech goed. Een week later krijgt de 96-jarie Jos Hermans als eerste Belg het vaccin toegediend.

 

Voor de federale regering is het nu zaak om zo snel mogelijk aan de vaccinatiecampagne te kunnen beginnen. Net zoals bij het aankopen en verdelen van de mondmaskers, kijkt het opnieuw naar Defensie om steun te verlenen tijdens de campagne.

 

Op 18 december beslist de federale regering dat het militair hospitaal in Neder-over-Heembeek omgevormd zal worden tot vaccinatiecentrum. Zeven maanden lang zouden er zo’n duizend vaccins per dag gezet kunnen worden. Op 15 januari 2021 komt er groen licht om ook in de kazernes van Brasschaat, Grobbendonk en Leopoldsburg vaccinatiecentra op te richten. En ook logistiek helpt Defensie de vaccinatie-inspanningen vooruit. Zo levert het op 2 februari tien veldbedden aan het vaccinatiecentrum van de stad Aalst.

 

De steun aan de verschillende woonzorgcentra loopt ondertussen onverminderd voort. In februari worden er over het hele land ambulanciers, hulpverzorgers, logistiek hulppersoneel en brancardiers ingezet in woonzorgcentra waar het personeel uitgevallen is door ziekte.

Steun aan vaccinatiecentra

En daar blijven we een lange periode: het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en opgenomen patiënten blijft redelijk stabiel, al zij het op een hoog niveau. Kleinere stijgingen en dalingen wisselen elkaar af. Op 5 maart, het moment van schrijven, lijkt een derde golf voorlopig nog afgewend.

 

Hetzelfde gebeurt met de steun van Defensie: ook die blijft stabiel, al verschuift de aard ervan licht. In februari openen steeds meer vaccinatiecentra de deuren, waardoor ook die onze steun vragen. Vanaf 25 februari worden daarom 2 militairen ingezet in het vaccinatiecentrum in Zinnik. Een dag later, op 26 februari, vertrekken 4 militairen naar Doornik om er logistieke steun te leveren aan het stedelijk vaccinatiecentrum.

 

Wat de toekomst zal brengen is onmogelijk te voorspellen. Zeker is dat het coronavirus nog steeds rondgaat en nog steeds gevaarlijk is. Een andere zekerheid is dat de Belgische bevolking kan blijven rekenen op de hulp van Defensie om hen tijdens de pandemie te ondersteunen.

Stijn Verboven

Ritchie Sedeyn, Gert-Jan D'haene & Vincent Bordignon