Explosievenrodeo in Spangdahlem voor DOVO

Van 20 tot 29 juli namen vier experten van de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) deel aan de internationale oefening ‘Eifelkrabben – EOD-Rodeo’ in Spangdahlem, Duitsland. Gedurende meerdere dagen kregen ze van de Amerikaanse organisatoren verschillende realistische scenario’s voorgeschoteld. Een ideale gelegenheid om de internationale banden en samenwerking aan te scherpen en procedures op elkaar af te stemmen.

 

Een driekoppige ploeg, onder de vleugels van een coach, werd tijdens de oefening met de neus op de realiteit gedrukt: twee- tot driemaal per dag werden ze opgeroepen om een IED onschadelijk te maken. IED (Improvised Explosive Device) zijn bommen gemaakt van huis-, tuin- en keukenmiddelen. De grote moeilijkheid bestaat uit de onvoorspelbaarheid. “Wanneer we een oproep krijgen, beginnen we steeds met het bevragen van getuigen, waarna we, indien veilig, zelf op verkenning gaan. We nemen röntgen (“X-ray”) beelden van het verdachte voorwerp waarmee we de inhoud kunnen analyseren. Ongewone draadjes of batterijen worden zo zichtbaar,” vertelt eerste sergeant-majoor Pauwels, teamleader van de ploeg.

 

Met die kennis gaan de experten creatief aan de slag. Hun vrachtwagen bevat alle mogelijke middelen, groot en klein, om bedreigingen uit te schakelen. Pronkstuk is de Talon, een robot met een dynamische kraanarm. Het kleine allround rupsvoertuig gaat op verkenning met een camera en kan onder meer deuren openen, dingen vastgrijpen en zelfs vuren. Verder beschikken de experten over een arsenaal aan kleiner materiaal (haken, tangen, touwen, …) dat hen helpt om de IED’s onschadelijk te maken. “We moeten vooral erg creatief zijn en vaak is het knutselen en puzzelen om de voorwerpen op een veilige manier weg te slepen, open te prutsen of op te blazen. Voor mij een jongensdroom die in vervulling gaat,” glimlacht eerste sergeant-majoor Dreesen.

 

Samenwerking primeert

 

Wanneer DOVO op missie gaat, zetten ze ook erg in op een goede relatie met de lokale bevolking. “We hebben hen nodig om ons tijdig te informeren over abnormale situaties. Als er plots iemand met een eigenaardige, ongewone wagen rondrijdt, weten we dat graag,” vertelt adjudant-majoor Callebaut, een ervaren rot in het vak. “Onze teams moeten ook tot in de puntjes samenwerken, elkaar goed kennen, maar ook durven interfereren wanneer een voorgestelde werkwijze niet lijkt te kloppen. Bij DOVO kunnen we niet experimenteren. Eén draadje te veel of te weinig doorgeknipt, één zuchtje wind op de verkeerde plaats of één miniem foutje en de boel ontploft. Letterlijk.”

 

Deze oefening bood een goeie kans om de samenwerking tussen de verschillende NAVO-bondgenoten te optimaliseren. Samen met onze Belgische ploeg namen ook teams uit Duitsland, Polen, Estland, Letland, Tsjechië en de Verenigde Staten deel en wisselden onderling ervaring en kennis uit.

De Amerikanen bedachten de scenario’s, gebaseerd op levensechte ervaringen en inlichtingenrapporten, en gaven bij elke oefening feedback. “Door samen te werken en te leren van elkaar, krijgen we ook vertrouwen in elkaar. Zo kunnen we terugvallen op onze gedeelde kennis, snel handelen en de bevolking veiligstellen in echte opdrachten,” vertelt technical sergeant Geml, de Amerikaanse coach. De Belgische-Amerikaanse samenwerking verliep overigens erg vlot. “Ik kijk uit naar de volgende jaren. De Belgische experten staan erg open voor feedback en denken creatief mee, op zoek naar oplossingen. Deze samenwerkingen kunnen alleen maar een voordeel zijn voor de samenleving. Samen maken we die veiliger,” sluit bezieler van de oefening, master sergeant Riemer, af.

Kerlijn Puttemans

Adrien Muylaert

Kerlijn Puttemans & Clint Soete