Het multinationale medische team van de VJTF-missie als symbool voor wederkerige samenwerking
De medische component, die volledig geïntegreerd is in het Spearhead Bataljon, heeft gedurende de eerste maand van haar inzet binnen de missie ‘Very High Joint Readiness Task Force (VJTF)’ in Roemenië hard gewerkt aan het op peil houden van haar operationele conditie en uitwisselingen tussen bondgenoten. Samen met andere geallieerde naties zette de medische component een veldhospitaal op, organiseerde en nam ze deel aan verscheidene “MASCAL”-oefeningen, alsook aan opleidingen voor eerste hulp tijdens het gevecht.
De medische diensten van het Belgische en Franse leger vormen samen de medische component van het Spearhead Bataljon. Daarbij werkt België onder Frans commando en draagt ze bij aan de logistieke en personele medische ondersteuning.
De werking van een veldhospitaal:
Om haar opdracht te kunnen vervullen moet het Spearhead battalion alle mogelijke gebeurtenissen het hoofd kunnen bieden en de defensieve en afschrikkende houding van de NAVO te allen tijde en op alle plaatsen kunnen verzekeren. De Belgische militaire verpleegsters en dokters waren in staat om een veldhospitaal, een zogenaamde Role 1, volledig autonoom in te zetten om alle militaire patiënten op te vangen, zowel voor de dagelijkse verzorging als voor eventuele oorlogsslachtoffers.
Het veldhospitaal moet dezelfde kwaliteit van zorg aanbieden als in België, met als verschil dat het in minder dan een uur volledig kan worden ingericht. De spreekkamer kan interventies verwezenlijken die ook in een grootstedelijke spoeddienst kunnen worden uitgevoerd. De functionele autonomie stelt het veldhospitaal in staat om ook in een gevechtssituatie soldaten op te volgen.
MASCAL-oefeningen om te trainen en getraind te worden: een stap verder in de interoperabiliteit
Na de inzet- en installatiefase hebben de medische teams contact gelegd met hun Roemeense collega’s en zijn ze begonnen met het uitwisselen van verschillende technieken voor eerste hulp tijdens het gevecht. Dit was voor elk land de gelegenheid om de verschillende technieken voor het behandelen van massaslachtoffers tijdens MASCAL (Massive Casualties)-oefeningen te testen op het terrein. Deze oefeningen maakten het mogelijk de Frans-Belgische interoperabiliteit in reële omstandigheden te testen: uitwisseling van orders, oefening van de NAVO-kaders en testen van de veldhospitalen (Belgische role 1 en Amerikaanse role 2), die geïnstalleerd waren op de militaire basis.
De praktijk op het terrein zorgde ervoor dat Roemeense bondgenoten hun reddingsprocedures tijdens het gevecht konden ontwikkelen: door de opleiding van leader bij eerste hulp tijdens het gevecht, streven ze naar een SC1-niveau voor al hun infanteristen.
De kans om de opleiding van eerstehulpverleners te verdiepen en te voltooien
De uitwisseling van de know-how werd verduidelijkt door een grondige studie van de ‘eerste hulp tijdens het gevecht’. De Amerikaanse militairen gaven een specifieke opleiding aan de aanwezige Franse, Belgische en Roemeense militairen. Tijdens de eerste maanden van de missie VJTF hebben de militairen van het Spearhead bataljon op alle niveaus, in gevechts- of ondersteunende rollen, samengewerkt met geallieerde naties om de wederkerige samenwerking en interoperabiliteit te versterken. Deze handhaving van de operationele paraatheid, die van essentieel belang is om de defensieve en afschrikkende houding van de NAVO te waarborgen, is tevens een unieke gelegenheid om te werken aan de standaardisering van gevechtsscenario’s.
De VJTF-missie, die op 28 februari 2022 werd gelanceerd als reactie op de Russische aanval op Oekraïne, is gebaseerd op de principes van het ‘alerte bataljon’, ook bekend als het “fer de lance”-bataljon van de snelle reactiemacht van de NAVO (NATO Response Force) in Roemenië, om daar aan het oostfront van Europa deel te nemen aan de versterking van de afschrikkende, defensieve en niet-agressieve houding van het bondgenootschap. Frankrijk neemt hieraan deel met 500 manschappen en België met 300 manschappen. Deze inzet draagt bij tot de geruststelling van de oostelijke landen van het Bondgenootschap en geeft blijk van de strategische solidariteit die onder de NAVO-lidstaten heerst.