Het Special Operations Regiment leidt de Nationale Garde op in Benin

Van half maart tot eind mei is een Belgisch detachement van het Special Operations Regiment (SOR) (waaronder een detachement van het 2de Bataljon Commando (2 Cdo)) naar Benin gereisd om deel te nemen aan de opleiding van eenheden van de Nationale Garde. Doel: de strijd tegen het terrorisme, dat in het noorden van het land woedt, verbeteren.

 

Sinds ongeveer twee jaar wordt Noord-Benin geconfronteerd met terroristische dreigingen van geradicaliseerde groeperingen in de Sahel. De Beninse regering heeft daarom besloten een ‘Garde Nationale’ op te richten die bestaat uit gespecialiseerde eenheden die kunnen reageren op mogelijke dreigingen. Deze eenheden moeten over een specifieke expertise beschikken. Dankzij het nauwe partnerschap tussen België en Benin heeft het West-Afrikaanse land aan de Belgische Defensie gevraagd de opleiding van deze eenheden te ondersteunen.

 

Special forces-capaciteiten

 

Een detachement van een tiental Belgen was ter plaatse met het eerste bataljon paracommando’s, de elite van het Beninse leger. Tijdens verschillende workshops trainden de Belgen een honderdtal militairen. Concreet brachten ze de eenheden verschillende vaardigheden bij op het gebied van speciale operaties, bevelvoering en controle over hun operaties. Deze omvatten een breed scala aan planningsvaardigheden, schiettechnieken in de jungle en stedelijke gebieden en, uiteraard, ook medische vaardigheden.

 

Vijf weken lang focusten ze zich in groep op hun specialisatie, gevolgd door een week integratie en tot slot een week certificering.

 

Dynamisch en efficiënt

 

“De samenwerking is traditiegetrouw erg goed. We ontvangen al tientallen jaren Beninse operatoren in België en vice versa,” legt de detachementscommandant uit.

 

“Hun huidige missies zijn soms niet efficiënt genoeg omdat ze gewend zijn aan statische opdrachten. Er is echt behoefte om dynamischer te werken volgens methodes die beter aansluiten bij operaties van de special forces,” vervolgt hij, “zo kunnen ze het probleem echt actief aanpakken en niet enkel controlerend en defensief werken in een bepaald gebied.”

 

Goed is goed, slecht is slecht

 

Ook de korpscommandant van het Benins Bataljon bevestigt: “Dit is een zeer belangrijke stap op het vlak van operationaliteit. Sinds de opkomst van het terrorisme hebben we echt de juiste troepen en vooral de juiste partners nodig om ons operationeel niveau te verhogen. De resultaten zijn nu echt voelbaar op het terrein omdat de Belgen zeer specifieke capaciteiten leveren en heel professioneel zijn.”

 

Jean, onderofficier bij de Nationale Garde: “Wanneer iets slecht is, dan zeggen we dat het slecht is. Als het goed is, wordt dat ook gezegd. Dat zorgt ervoor dat we ons goed kunnen oriënteren, weten waar we staan en kunnen evolueren.”

 

Terwijl de eerste militairen eind mei net hun certificaat hebben ontvangen, staat dit najaar alweer een nieuwe sessie met Belgische instructeurs ingepland.

Bilitis Nijs

Gert-Jan D'haene

Clint Soete