Militaire mobiliteit in Europa: samenwerking in de goede richting, maar nog lange weg te gaan
Op 30 januari organiseerde het European Defence Agency (EDA) een ‘High Level Symposium’ over militaire mobiliteit in het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie in Brussel, in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de EU. Verschillende vooraanstaande sprekers – waaronder drie ministers van Defensie, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, EU-commissaris voor Transport, het EDA, de NAVO en vertegenwoordigers van de VS – bespraken de huidige vooruitgang en toekomstige uitdagingen voor het verbeteren van de militaire mobiliteit in Europa. Daarbij werd de rol van de EU benadrukt om concrete maatregelen op verschillende gebieden mogelijk te maken. Onder andere de standaardisatie van douaneprocedures en grenstoelatingen en het dubbel gebruik van transportcapaciteiten kwamen aan bod.
De huidige ontwikkelingen in de wereld, waaronder de oorlog in Oekraïne, tonen nogmaals het belang aan van efficiënte en effectieve transportmethodes voor zowel troepen als materieel doorheen Europa. Zulke militaire logistieke transportbewegingen zijn echter vrij complex en stuiten vaak op verschillende wettelijke, administratieve of fysieke obstakels. Het event benadrukte de noodzaak van een gestroomlijnde aanpak, gebaseerd op een grotere civiele en militaire samenwerking.
Enkele grote toegangslanden zoals België, Nederland en Duitsland spelen een belangrijke rol als gewaardeerde ontvangst-, transit- en verzendlanden dankzij hun centrale ligging binnen Europa en hun uitgebreide maritieme infrastructuur. Aangezien de NAVO en de Europese Unie in Brussel gevestigd zijn, is de Belgische samenwerking met andere partners op het vlak van militaire mobiliteit een belangrijke prioriteit van haar Voorzitterschap van de Raad van de EU.
De Belgische minister van Defensie, Ludivine Dedonder, opende het symposium: “Om de doelstellingen van het Military Mobility Action Plan 2.0. te bereiken, is het belangrijk om de verplaatsingen van onze militairen en hun materiaal doorheen de EU veilig te faciliteren en te versnellen in geval van noodsituaties aan onze buitengrenzen of daarbuiten.”
In zijn toespraak zei Josep Borrell, Hoge Vertegenwoordiger van de EU en hoofd van het ‘European Defence Agency’: “In een conflict telt elke seconde. Investeren in militaire mobiliteit is niet alleen een verplichting; het is een investering voor vandaag en morgen om onze strijdkrachten in staat te stellen sneller te reageren op crisissen aan onze grenzen en daarbuiten. Efficiënt en naadloos transport van troepen en materieel door Europa is een logistieke, administratieve en infrastructurele uitdaging. We moeten knelpunten aanpakken door middel van samenwerking en investeringen, om een snelle verplaatsing te garanderen voor de veiligheid van Europa.”
Hoe helpt de EU? Military Mobility Action Plan 2.0.
De EU lanceerde een geactualiseerd ‘Actieplan Militaire Mobiliteit 2.0’ dat een ruim kader biedt voor de ontwikkeling van een vlot bereikbaar militair mobiliteitsnetwerk, met kortere reactietijden en een veilige, duurzame en veerkrachtige vervoersinfrastructuur en -capaciteit. Om deze doelstellingen te bereiken is een totaalaanpak nodig: overheid, civiele industrieën, ministeries van Defensie en anderen die betrokken zijn bij het vervoer over land, lucht en zee, moeten nauw samenwerken.
Deze dubbele aanpak is een win-win voor de samenwerkende landen, niet alleen op vlak van militaire capaciteiten, maar ook voor hun nationale veerkracht. In deze context zal het Voorzitterschap in februari een seminarie over dit zogenaamde ‘Dual Use’ organiseren in Gent.
De afgelopen jaren heeft België een overleg tussen de verschillende departementen opgezet met alle nationale en regionale partijen die betrokken zijn bij de ontvangst, de transit en het transport van grote hoeveelheden militair materieel op nationaal grondgebied. Dit overleg zal in de nabije toekomst verder uitgediept worden om zowel op nationaal als op EU-niveau de nodige vooruitgang te boeken.
EDA initiatieven
Heel concreet ondersteunt het EDA de deelnemende lidstaten bij de volledige uitvoering van twee technische regelingen die in 2021 werden ondertekend. Deze betreffen de regelgevingskwesties voor grensovergangen via de weg en het luchtruim, en meer dan 20 EU-lidstaten ondertekenden deze regelingen. Een werkgroep waarin de Belgische Defensie een pioniersrol speelt.
Het EDA ontwikkelde bovendien een speciaal “EU 302”-formulier om de formaliteiten voor militair transport over de grenzen heen te stroomlijnen en te vereenvoudigen. In de toekomst zullen de communicatieprocessen tussen de militaire en douaneautoriteiten gedigitaliseerd worden, waarbij de nodige cybersecurity niet uit het oog verloren wordt. De ontwikkeling van een militair douanesysteem moet de administratieve last verminderen waarmee overheden vandaag soms kampen. Het EDA werkt ook aan het verbeteren van de veerkracht voor een efficiënte militaire mobiliteit.
PESCO-projecten
Daarnaast is het EDA nauw betrokken bij twee mobiliteitsprojecten die werden gelanceerd in het kader van de Permanent Structured Cooperation (PESCO): het “Netwerk van Logistieke Hubs in Europa en Steun aan Operaties” (NetLogHubs) geleid door Duitsland en het “Militaire Mobiliteit”-project onder leiding van Nederland. België neemt deel aan beide projecten, die van essentieel belang zijn voor het Belgisch Voorzitterschap. Zij verzekeren op grote schaal vooruitgang op het vlak van transport van militair materieel en personeel.
Wederzijdse versterking met NAVO-inspanningen
Militaire mobiliteit wordt vaak het vlaggenschip van de EU-NAVO-samenwerking genoemd, het symposium verwelkomde ook vertegenwoordigers van de NAVO en de VS. Op het symposium bleek duidelijk hoe het EDA, België en andere Europese partners hun inspanningen zullen voortzetten om militaire mobiliteit in een Europese en NAVO-context te verbeteren. Dit omvat onder andere meer digitalisering van administratieve processen en meer coördinatie van verplaatsingen over grenzen heen via land, zee of lucht. Dit is de hoeksteen van de ‘Defence Readiness’ op het Europese continent.