Para’s met het stof tussen de tanden

 

Paracommando’s van het Special Operations Regiment (SOR) trainen sinds 2018 hun parachutesprongen in het Amerikaanse Yuma tijdens de oefening Belgian Beast. Voor Sean is het de tweede keer dat hij voet aan de grond zet in het zuidwesten van Arizona. “Overdag puf je van de warmte en ’s nachts vecht je tegen de kou.”

 

Bij de beste militairen van Defensie horen was voor Sean altijd al een kinderdroom. “Tot 2017 werkte ik als metser in de bouw, maar besloot om die droom na te streven,” begint hij. “En kijk waar ik nu sta,” hij gebaart naar de omgeving van het vliegveld waar het Belgisch detachement zich voorbereidt op hun maneuvers. Felblauwe lucht, een aangename 24 graden en oefenterreinen groter dan Namen en Limburg samen. Terwijl zijn collega’s van het 2 Bataljon Commando’s (2Cdo) uit Flawinne zich voorbereiden op de volgende sprong, geeft hij toelichting bij zijn ervaring in deze mooie, maar ook uitdagende omstandigheden.

 

Sean behoort dan wel tot de paracommando’s, parachutespringen behoort helemaal niet tot zijn favoriete aspecten van de job. “Mijn collega’s vertellen altijd dat ik een grote mond heb, maar eenmaal in het vliegtuig hoor je mij niet meer,” lacht hij. En alsof de duivel ermee gemoeid is, loopt Sean’s sprong de volgende dag bijna mis. “Ik geraakte met mijn benen verstrengeld in de parachute van mijn collega en plooide bijna dubbel tijdens de landing. Maar ook dàt hoort bij de job.”

 

Op de immense, maar kurkdroge, oefenterreinen die het SOR ter beschikking krijgt, trainen de para’s ook Mobile Operations in Urban Terrain (MOUT), (vuur)gevechten in bebouwd terrein. “Bij MOUT komt, naast het tactische plaatje, ook veel techniek kijken. Daarom dat dit gedeelte van de job als paracommando me beter ligt. Het bestaat uit een mengeling van snelheid en efficiëntie,” weet Sean. “Iedereen telt, van de soldaat tot de pelotonscommandant. Elke militair moet op dat moment teamleader kunnen zijn tijdens vijandelijk contact.”

 

Mentale weerbaarheid blijkt ook een sleutelelement te zijn. “Je moet vliegensvlug een klik kunnen maken tussen het vijandelijk contact in een gebouw en de rust zelve.” Binnen het kader van MOUT bestaat het doel erin een heel gebouw kamer per kamer te beveiligen. Gezien het vele aantal nieuwe soldaten binnen het bataljon, ligt de focus bij het opleiden van de jonge soldaten. “Het helpt wel dat de nagebouwde dorpen hier een heel realistisch karakter hebben.”

 

Het woestijnlandschap van de gebruikte oefenterreinen biedt heel wat uitdagingen. Na een luchtinsertie via parachutesprong uit de A400M kijken de paracommando’s hun materiaal na, verzamelen ze op een rendez-vous point en moeten onmiddellijk in het tactisch plaatje denken. Hier springen de para’s met een grote rugzak om een opdracht uit te voeren. “Omwille van de grote temperatuurverschillen in deze omstandigheden tussen dag en nacht moeten we én veel water én warme kledij meenemen,” verduidelijkt de eerste soldaat. “In België kunnen we met kleinere rugzakken springen omdat de meteo daar constanter is en dus moeten we minder gewicht meedragen. Mijn schouders zijn me later misschien minder dankbaar, maar dat vergeet je wanneer je ’s nachts warm ingepakt de nacht doorbrengt,” besluit Sean.

Rein Van den Bergh

Gert-Jan D’Haene & Rein Van den Bergh

Clint Soete