De regering keurt het voorontwerp van de militaire programmeringswet uit het STAR-plan goed.
STAR: Security/Service – Technology – Ambition – Resilience: de toon is gezet. Het is een ambitieus, maar realistisch plan dat de weerbaarheid en de veerkracht van ons land op alle domeinen zal versterken. Het plan staat in functie van de strategische en vitale belangen van België, en dit zowel in het binnen- als buitenland. Dit doen we om alle burgers te beveiligen en om onze Belgische strategische en vitale plaatsen te beschermen. Een kort overzicht.
Deze actualisering van de programmeringswet was noodzakelijk: ze stelt Defensie in staat in te spelen op de dreigingen van vandaag en morgen, en te beantwoorden aan de verwachtingen van de bevolking. Het gebruik van militaire kracht, in al zijn vormen, is opnieuw een haalbare optie geworden voor sommige actoren op het internationale toneel. Ze wordt ingezet om invloed uit te oefenen; en dit zowel op het Europese continent als binnen ons eigen grondgebied. Anderzijds maakt de wereld momenteel een revolutie door als gevolg van de bijna volledige digitalisering van informatie en informatiekanalen. Deze digitalisering biedt ongetwijfeld kansen, maar brengt vooral ook veel kwetsbaarheden met zich mee. De huidige situatie in Oekraïne is hier helaas een bevestiging van, maar geldt zeker niet als voorbode.
Het STAR-plan, voorzien in het regeerakkoord en tot stand gekomen onder de vleugels van de Minister van Defensie Ludivine Dedonder is in de eerste plaats gebaseerd op de aanbevelingen van een strategisch comité. Dit comité, bestaande uit 12 deskundigen, heeft een analyse gemaakt van de strategische en veiligheidsomgeving in 2021 en vervolgens aanbevelingen geformuleerd in het domein van de capaciteiten voor Defensie horizon 2030.
De regering heeft vandaag de kern van het STAR-plan goedgekeurd: een wetsontwerp betreffende de actualisering van de wet op de militaire programmering en de jaarlijkse waarden van het budgettaire groeitraject tot 2030. De wet geldt als kader voor de geplande uitgaven en de uitvoering van het STAR-plan. Het wetsontwerp legt de focus op drie essentiële domeinen: het groei- en herwaarderingstraject van het personeel, het versterken van de technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie en de programmering van investeringen in hoofdmaterieel. Het doel is een samenhangend traject uit te stippelen dat een volwaardige bijdrage levert aan het handhaven van de internationale vrede en veiligheid door middel van militaire capaciteiten waarmee België een solidaire en relevante bijdrage aan de collectieve veiligheid van onze burgers verzekert.
Defensiepersoneel
Defensie kampt met een personeelstekort ten gevolge van de besparingen van de afgelopen decennia, het niet anticiperen op de te voorziene pensioneringsgolf en dus het te weinig rekruteren van nieuw personeel en het vertrek van velen onder hen. Daarom moet er fors worden gerekruteerd, opgeleid en moeten de gerekruteerde mensen ook aan boord blijven. Het personeel is de motor van de organisatie en het is samen met al deze werknemers dat de transformatie en de heropbouw van Defensie verwezenlijkt zal kunnen worden.
Dit plan voorziet in een consolidatiefase van het departement, waarbij het personeelsaantal eerst op niveau wordt gebracht om adequaat te kunnen functioneren. Vanaf 2025 verwachten we een groei van het personeelsbestand en beogen we tegen 2030, ongeveer 29.000 militairen te tellen, waarvan vijftien procent burgermedewerkers. Die personeelsgroei is nodig om de huidige en toekomstige capaciteiten van Defensie op een correcte wijze te kunnen inzetten.
Om dit te bereiken wordt in eerste instantie de ontvangst- en opleidingscapaciteit van Defensie aangescherpt: de scholen en vormingscentra van Defensie worden versterkt om de verhoogde rekrutering – die reeds is ingezet – te kunnen ondersteunen en vanaf 2025 de aanhoudende verhoogde rekrutering vol te houden.
Door middel van de verhoogde rekrutering en versterkte opleidings- en vormingscapaciteiten zal Defensie nog een belangrijke rol op de arbeidsmarkt en voor de maatschappij spelen. Duizenden kunnen een waardevolle opleiding volgen bij Defensie, die hen een kader en een houvast geeft voor een carrière binnen of buiten Defensie. Er wordt werk- en opleidingsgelegenheid gecreëerd voor mensen met alle mogelijke (opleidings) achtergronden. Dit alles komt dus niet enkel Defensie ten goede, maar de volledige maatschappij. Op die manier speelt Defensie ook een belangrijke rol als sociale lift, en kan ze heel wat jongeren die vandaag in een uitzichtloze situatie zitten opnieuw een stabiele omgeving en een toekomst bieden, zowel binnen als buiten de organisatie. In dat kader worden met grote industriële sectoren samenwerkingsverbanden opgezet om personeelsleden gezamenlijk op te leiden en tewerk te stellen. Ook samenwerkingsakkoorden met regionale opleidingspartners worden verdergezet, aangegaan of uitgediept om een zo breed mogelijk deel van de bevolking te kunnen bereiken.
Daarnaast wordt het POP-plan – People our Priority – ook verdergezet in dit nieuwe plan. Het militair personeel van Defensie krijgt daarbij opnieuw een marktconform inkomen ten opzichte van de andere actoren in de openbare veiligheidssector. Ook wordt blijvend aandacht besteed aan welzijn op het werk, waarden en normen, een beter evenwicht tussen werk en privé en diversiteit. Onder meer de bouw van nieuwe kwartieren en het inplantingsplan in zijn geheel zullen bijdragen tot het verkleinen van de afstand tussen werknemer en werkgever en de inplanting van Defensie op het volledige nationale grondgebied verbeteren.
Een budgettair groeitraject
Het STAR-plan voorziet in een budgettair groeitraject voor Defensie, om Defensie opnieuw over de nodige middelen te voorzien om ten volle te kunnen functioneren, rekruteren en investeren. De geplande investeringen in de capaciteiten, vastgelegd in de militaire programmawet, bedragen meer dan 10 miljard euro. Dat bedrag komt bovenop het investeringsprogramma geïnitieerd in 2016 dat het startschot was voor een lang veranderingsproces en de (her)opbouw van de capaciteiten van Defensie.
Het defensiebudget is voor 2022 vastgelegd op 4,4 miljard euro en stijgt tegen 2030 naar 6,9 miljard euro uitgedrukt in constanten 2022. De totale Defensie-inspanning voor België zal, volgens de actuele voorspellingen, 1,54% van het bbp in 2030 bereiken. Daarbij stijgt het budget niet in een rechte lijn, maar sneller, in functie van de geplande investeringen in materieel en de benodigde werkingsmiddelen van het departement.
De stijging van het defensiebudget tussen nu en 2030 bevat zowel de basisenveloppe van Defensie, de personeelskosten – rekening houdend met het stijgend aantal personeelsleden en de verderzetting van het POP-plan, de werking van en de investeringen in de infrastructuur, de verdere uitvoering van de reeds begonnen investeringen, als het verwerven van bijkomende capaciteiten volgens de geactualiseerde militaire programmawet.
Het budgettair groeitraject laat Defensie ook toe te investeren in haar infrastructuur en de omslag naar duurzame infrastructuur te versnellen. Het is de ambitie van Defensie om tegen 2040 een CO2-neutrale infrastructuur te hebben door middel van grondige energetische renovaties van de kwartieren of de bouw van nieuwe kwartieren volgens de geldende normen en regels op vlak van duurzaamheid.
Capaciteiten en veiligheid
Bij het STAR-plan hoort een massief investeringsplan in nieuwe en bijkomende capaciteiten voor Defensie, goed voor 10,3 miljard euro. Geen lukraak gekozen capaciteiten uiteraard, maar stuk voor stuk capaciteiten die nodig zijn om Defensie ten volle te kunnen laten opereren in het belang van de veiligheid van alle Belgische burgers en de vitale en strategische belangen van ons land. Het accent van deze nieuwe investeringen ligt op duale capaciteiten: capaciteiten die door Defensie worden aangekocht en ingezet omdat ze nodig zijn voor militaire operaties, maar die evenzeer kunnen en zullen worden ingezet om de hulpdiensten in eigen land bij te staan in geval van crisissen. Door in te zetten op deze duale capaciteiten zullen onze strijdkrachten nog meer kunnen bijdragen aan de veiligheid van onze burgers in tijden van crisissen. Op die manier helpen ze bij te dragen aan het versterken van de nationale weerbaarheid.
Deze investeringen worden doorgevoerd tussen 2023 en 2030 en zullen coherent verdeeld worden over vijf capacitaire dimensies. Meer dan de helft van de investeringen gaat richting de dimensie Land en zal vooral gebruikt worden om de Gemotoriseerde Brigade verder uit te bouwen, alsook de medische steun, de ondersteuning en mobiliteit. Verder op de planning staan het versterken van de Algemene Dienst voor Inlichtingen en Veiligheid, de uitbouw van de defensieve en offensieve cybercapaciteit en de algemene versterking van de andere dimensies vervolledigen het geheel.
Een sterke industriële basis in België en Europa
Met het STAR-plan is het de ook de bedoeling de technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie versterken, en Defensie een rol laten spelen als incubator voor innovatie binnen het defensie- en veiligheidsdomein. Daarom wordt een Defence Industry Research Strategy (DIRS) uitgewerkt om de Belgische industrie ten volle te kunnen ondersteunen. De nodige budgetten worden voorzien om samen met bedrijven en academische centra te investeren in innovatie en onderzoek, en in de ontwikkelingen binnen het veiligheids- en defensiedomein. Dit zal de Belgische industrie toelaten om nauw betrokken te worden bij het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe Europese capaciteiten en aldus een betere economische return garanderen.
Met deze investeringen zal Defensie nog meer een acteur van de economische relance zijn.
Een Europese Defensie
Een sterkere industriële basis versterkt ook de strategische autonomie van Europa. De Belgische industrie kan samen met Europese industriële partners vol voor de ontwikkeling van de te verwerven capaciteiten gaan, waardoor Europa minder afhankelijk wordt van derden en er verregaand Europees kan worden samengewerkt.
De geplande investeringen zullen zoveel mogelijk in een multilateraal kader gebeuren, in samenwerking met onze strategische partners. Defensie streeft ernaar zoveel mogelijk deel te nemen aan multinationale Europese of trans-Atlantische programma’s dewelke onze maatschappij economisch zullen doen opleven. Dat alles zal bijdragen aan het stimuleren van de nationale welvaart.
Ook op vlak van operationaliteit wordt de Belgische positie binnen Europa versterkt. Daarbij worden de bestaande verregaande samenwerkingen tussen de Belgische Defensie en andere landen verdergezet en waar mogelijk nog aangescherpt. Denk bijvoorbeeld aan de bilaterale samenwerking met Nederland, met het Groothertogdom Luxemburg, met Frankrijk en eveneens aan de multinationale programma’s onder leiding van verschillende Europese of trans-Atlantische agentschappen in het defensie domein.