Vertrek van luitenant-generaal Claeys: “Als groep geraken we veel verder dan alleen”

Gedurende zijn hele carrière heeft luitenant-generaal Jean-Paul Claeys van personeelszaken en vormingen zijn prioriteit gemaakt. Nu hij met pensioen gaat, of beter gezegd aan het begin van een nieuw leven staat, is het voormalige hoofd van de Algemene Directie Human Resources (DG HR) bereid enkele van zijn lessons learned met ons te delen.

 

Luitenant-generaal Claeys begon zijn carrière aan de Koninklijke Militaire School als artilleur, wat hem drie jaar naar Duitsland bracht. Zijn carrière nam al snel een wending in de richting van vorming en human resources. Hij werkte eerst bij de personeelsdienst van de toenmalige Landmacht en ging daarna aan de slag bij DG HR, waar hij zich verdiepte in administratieve dossiers en statuten. Na verschillende functies werd hij in 2014 directeur HR op het kabinet van de toenmalige minister van Defensie en vervolgens kabinetschef. Terug bij Defensie zal hij in 2021 zijn carrière beëindigen aan het hoofd van de Algemene Directie Human Resources, zijn laatste functie als actief militair.

 

Wat waren uw focuspunten bij Human Ressources?

“Ik legde de focus eigenlijk vooral op vier dimensies: het herwaarderen van de lesgevers, het stoppen van de daling van de effectieven, het verbeteren van het imago van Defensie en het vloeiender en
begrijpelijker maken van onze communicatie. Het is nodig om zowel veel burgerpersoneelsleden als militairen aan te werven om de daling van de effectieven te stoppen en zo de werklast beter te kunnen verdelen. Rekruteren is een goede zaak, maar de vorming moet volgen, dat wordt vaak onderschat. Tot slot hecht ik veel belang aan de communicatie naar onze mensen. Alles moet verstaanbaar zijn, ook voor onze soldaten.”

 

Toen u uw functie bij DG HR opnam, woedde Covid-19 nog steeds. Hoe heeft u dat als afdelingshoofd aangepakt?

“Het was moeilijk om een dienst te leiden zonder de mensen te zien. Dat was een aanpassing. De grootste uitdaging was om de rekrutering weer op gang te krijgen en de scholen te laten draaien. We moesten heel creatief zijn om afstandsonderwijs via virtual classrooms mogelijk te maken.”

 

Op welke verwezenlijkingen in uw carrière bent u bijzonder trots?

“Toen ik op de staf van de Landmacht werkte, was de herziening van de onderofficierenopleiding destijds pionierswerk. Het opstarten en opstellen van de bevorderingscomités, alles moest vanaf nul worden opgebouwd. En bij DG HR de dossiers over de salarisherziening natuurlijk, de verkorting van bepaalde kandidatuursperiodes en de maaltijdcheques voor de militairen. Dat zijn mooie zaken, maar het is uiteraard nooit de verwezenlijking van één persoon. Je maakt altijd deel uit van een ploeg, een schakel in een grote ketting.”

 

Wat heeft u geleerd tijdens uw carrière dat u zal meenemen naar de toekomst?

“De zaken pragmatisch aanpakken en tijdig plannen. Het is allemaal groepswerk. In groep geraken we veel verder dan als geïsoleerd individu.”

 

Welk aspect van uw werk als militair vond u het leukste?

“Bij de artillerie, 30 jaar geleden, vond ik het fijn om op het terrein te zijn. Daarnaast apprecieerde ik altijd de collegialiteit op veel van mijn posten, ongeacht de inhoud van het werk.  Ik had het geluk dat ik altijd zaken heb mogen doen die ik graag deed.”

 

Hoe ziet u de toekomst van Defensie, nu u een stap terug neemt?

“Lange tijd werd ik geconfronteerd met een ‘krimpscenario’ binnen Defensie: minder geld, minder personeel, alles met minder moeten doen. De uitdaging is nu om terug te keren naar een groeiscenario en op alle vlakken evenredig te groeien. Concreet: het heeft geen zin om munitie voor de artillerie te kopen als we geen mensen hebben om de artillerie-eenheden te bemannen. Het omgekeerde is ook waar: zelfs als je alles hebt wat je nodig hebt qua munitie, zal het niet werken zonder de logistiek om het te vervoeren. Alles moet dus evenwichtig groeien: combat service support, logistiek, enz. Iedereen heeft natuurlijk zijn deel van de taart, maar het blijft een grote uitdaging om al die zaken te integreren.”

 

Wat is volgens u het geheim om jonge mensen aan te trekken en ze te houden?

“Jongeren moeten de inhoud van de functies beter kennen. Te vaak hebben ze een bepaald beeld van een job, maar het leven is niet alleen maar oefening. Als mensen vertrekken, is dat vaak omdat dat beeld niet strookt met de realiteit. De beste manier om een job te leren kennen is om mee te lopen met iemand om de inhoud van het werk te begrijpen, en dan nog zie je maar een stukje van het totale werk.”

 

Welk advies zou u geven aan militairen die aan het begin van hun carrière staan?

“Neem de tijd om alle mogelijkheden binnen Defensie te ontdekken. Het is zodanig breed, er zijn zoveel mogelijkheden. Zelfs als je start met een bepaalde droom en die niet haalt, dan nog is er zoveel meer dat wél kan.”

 

Hoe kijkt u terug op uw loopbaan? Wat zal u missen van Defensie?

“Ik heb me geen moment verveeld en ik heb nooit tegen mijn zin gewerkt. De tijd is echt voorbijgevlogen. Ik zal vooral het sociale, het contact met de mensen missen. Het was aangenaam om overal van op de hoogte te zijn en contact te hebben met iedereen.”

 

Wat staat er vanaf nu op uw agenda?

Ik ben van plan om meer tijd met mijn vrouw en gezin door te brengen, van het leven te genieten en meer te sporten. We fietsen en wandelen  graag samen. Daar ga ik mee beginnen!

Bilitis Nijs

DG StratCom