Vicechef Defensie brengt bezoek aan getroffen gebied in Luik

De Vicechef Defensie (VCHOD) Marc Thys bracht op vrijdagmiddag 23 juli een bezoek aan het Provincial Reconstruction Team in Luik en het door de overstroming getroffen Waalse dorpje Nessonvaux. Hij kreeg er een rondleiding door de vernielde straten en sprak met militairen van het Bataljon Bevrijding – 5 Linie, die meehelpen met het opruimen van de ravage.

 

Het bezoek van luitenant-generaal Marc Thys start in het commandocentrum in Luik, waar momenteel het Provincial Reconstruction Team huist. Daar krijgt hij meer uitleg over de hulpacties die Defensie is opgestart sinds de overstromingen van vorige week. Zo zijn er boten, bulldozers en transport ter beschikking om puin af te voeren, maar ook veldkeukens en douches voor militairen op het terrein. Daarnaast worden er ook drones ingezet om verkenningen uit te voeren, schade op te meten en in kaart te brengen welke middelen er nodig zijn.

 

Defensie kan echter zelf geen initiatief nemen bij het opruimen van de ravage. De gemeente moet die hulp eerst aanvragen. “Wij nemen het werk van de burgerinstanties niet over”, brieft kapitein-commandant Schutyser aan de VCHOD. “Is er nood aan hulp, dan moet die volgens de juiste procedure worden aangevraagd. Pas dan kunnen we actie ondernemen.”

 

Amper bewegingsruimte

 

Onder het geluid van ronkende vrachtwagens, klaar om gevuld te worden met puin, komt luitenant-generaal Thys aan in het Waalse dorpje Nessonvaux in de provincie Luik. Militairen van het Bataljon Bevrijding – 5 Linie zijn op dat moment druk bezig met kapotte huisspullen van de ene kant van de rivier naar de andere kant te sleuren, want de brug is te smal om een kraan of vrachtwagen door te laten. Buiten de vele brokstukken ligt de straat er verlaten bij. “Toen we hier aankwamen lag er een berg afval in de rivier”, vertellen een paar jonge militairen, bedekt onder een laag stof. “Op sommige plekken had je maar een of twee meter doorgang tussen het puin, maar intussen zijn er al enkele straten vrijgemaakt. Er is nog veel werk, maar de mensen zijn hier ongelooflijk dankbaar.”

 

Van sprint naar marathon

 

Ook bij VCHOD Thys komen de beelden van de geruïneerde huizen hard aan. De burgemeester van het getroffen dorp Nessonvaux leidt hem rond in de straten die deels opgeruimd zijn. “Je ziet dat op tv in Bangladesh, niet in België”, zegt Thys. “Iedereen wilt onmiddellijk hulp krijgen of zelf helpen, maar dat gaat natuurlijk niet. Het is een werk van lange adem, maar we hebben een goede structuur: eerst moeten alle wegen vrijgemaakt worden. Pas dan kan de rest van de opkuis beginnen. Zoals de gouverneur eerder zei: we zijn begonnen met een sprint en vanaf volgende week start de marathon.”

Wilge Decraene

Gert-Jan D’haene

Gert-Jan D’haene