Waarom het goed is dat we OVG afbouwen…

Vorige vrijdag besliste de Ministerraad over de afbouw van het aantal militairen op straat. Het wordt een progressieve afbouw die zal duren tot in het najaar 2021. Voor een goed begrip: deze beslissing geldt natuurlijk enkel indien de veiligheidssituatie het toelaat.

Los van de politieke gevoeligheid van het dossier, los van de symboolwaarde van dit dossier, los van het positieve effect van de aanwezigheid van militairen op straat op het imago van Defensie en los van het ogenschijnlijk negatieve effect van een afbouw op de portemonnee van de deelnemende militairen, is deze beslissing een goeie zaak, laat dat duidelijk zijn!

 

Het is een goeie zaak omdat die soldaten zich vanaf nu voluit zullen kunnen concentreren op hun hoofdtaak. En die bestaat erin om zich voor te bereiden op het gevecht in het hoogste geweldspectrum. Die militair op straat is inderdaad een soldaat met twee wapens, een geweer en een handwapen, en een paar niet-dodelijke wapens. Om zijn opdracht op straat goed uit te voeren moet hij zijn ’wapenarsenaal‘ beheersen. Hij moet het gepaste wapen, wanneer de situatie het vraagt, veilig kunnen gebruiken,….of net ook niet gebruiken.

 

In zijn eenheid maakt deze soldaat deel uit van een groter geheel. Men noemt dit een sectie of een peloton. Eén peloton, dat zijn drie secties, dat zijn veertig soldaten, elk met hun eigen wapens natuurlijk, en nog een beetje meer: in het totaal 10 verschillende wapensystemen om precies te zijn. Dat is al een behoorlijke gevechtscapaciteit.

 

Deze capaciteit wordt doeltreffender wanneer al die soldaten hun bewapening, individueel en collectief, met de nodige behendigheid kunnen gebruiken. De doeltreffendheid van het peloton verhoogt als die soldaten op het beoogde doel schieten, met het geschikte wapen, op het goeie moment, afgestemd op elkaar, gecoördineerd door de sectiechef en pelotonscommandant. En je wilt dit alles op een veilige manier, zowel voor jezelf als voor je makkers in het peloton, kunnen uitvoeren. Dit gaat niet vanzelf, dit vraagt training, veel training, liefst in een realistische en uitdagende omgeving. De complexiteit neemt toe als je drie pelotons – een compagnie – naast en met elkaar laat evolueren, elk met hun bijkomende bewapening.

 

Al die elementen, samengebracht en aangevuld met getrainde, ondersteunende elementen, de enablers, zorgen voor behoorlijk wat vuurkracht… maar ze moeten gezamenlijk kunnen oefenen en trainen. Het welslagen van deze training verhoogt de expertise en de ervaring van de mensen, het verhoogt hun (zelf)vertrouwen, het verhoogt de veiligheid van die militairen, hun voldoening en uiteindelijk hun motivatie. Dit effect kan je onvoldoende bereiken indien je twee maanden per jaar op straat staat, al bijna zes jaar lang.

 

De wereld waarin we leven, blijft evolueren. De veiligheidssituatie evolueert ook, en niet bepaald in een gunstige richting. Het is dus belangrijk dat de militair, elk in zijn of haar specialiteit, blijft oefenen en trainen. Enkel met een doorgedreven training zal hij of zij klaar zijn om ingezet te worden in de ergste scenario’s die zich zouden kunnen aanbieden in de toekomst. “Qui peut le plus, peut le moins”, zegt men in het Frans. Die goed gevormde en getrainde militairen zullen zich met evenveel enthousiasme en professionalisme inzetten in eigen land, net zoals na de aanslagen van 22 maart 2016, of ook vandaag in de COVID-crisis.

 

En, by the way, om al die militairen uit te rusten, te vormen en te trainen met de goeie wapens en munitie heb je er ook nodig in de staf, in de scholen en in de trainingscentra. Zij vormen even belangrijke schakels in de professionele organisatie die we zijn.

Michel HOFMAN

Chef Defensie