Welkom aan boord van de Louise-Marie, Commandant
Den Helder (Nederland), maandag 5 juni 2023. Fregatkapitein Helena Vande Gaer neemt het commando over het fregat Louise-Marie over van fregatkapitein Tom De Vleeschauwer. Portret en exclusief interview met een buitengewoon militair.
Na haar afstuderen aan de Koninklijke Militaire School in 2002, voer Helena Vande Gaer op de mijnenjagers Primula en Crocus op NAVO-missies, voordat ze op het fregat Westdiep ging voor een anti-drugsmissie in de Caraïben. Daarna vervoegde ze de eerste bemanning van de Leopold I onder Belgische vlag. In 2008 ontving ze de prijs voor de beste leerling voor de officiersopleiding commandocentrale aan de Nederlands Belgische Operationele School in Den Helder.
Helena Vande Gaer begon vervolgens aan een reeks missies aan boord van de Leopold I (VN-missie voor Libanon, Unifil) en op de Louise-Marie (antipiraterijmissie Atalanta). Daarna scheepte ze in als officier commandocentrale aan boord van het Nederlandse schip HNLMS Amsterdam voor een drugbestrijdingsoperatie in het Caribisch gebied.
Na het succesvol afronden van haar opleiding tot hoger officier (bekroond als beste van haar klas) nam ze verschillende staffuncties op zich voordat ze twee jaar lang het bevel voerde over de Crocus mijnenjager. Daarna nam ze deel aan een postdoctorale stafopleiding aan de Defensieacademie in Brussel (prijs voor beste Research Paper) en stapte ze over naar Plannen & Beleid bij de afdeling Strategie.
Het schip heeft net zijn SARC-6 certificering afgerond en begint nu aan zijn operationele periode. Hoe pakt u deze missie aan?
Helena Vande Gaer: Mijn felicitaties aan mijn voorganger, Commandant De Vleeschauwer, en aan de bemanning, voor het uitstekende resultaat na deze periode van intensieve voorbereiding. Het is een voorrecht om in zo’n situatie het bevel over te nemen. Het is nu zaak om dit niveau voor een lange periode vast te houden. Een fregat is een zeer flexibel en veelzijdig schip, wat maakt dat het in een heel scala aan operaties kan worden ingezet. Dat vergt heel wat van de bemanning.
Wat is uw grootste uitdaging?
Helena Vande Gaer: De grootste uitdaging is om er blijvend voor te zorgen dat het schip, op elk moment en voor elk type opdracht, klaar is om ingezet te worden waar de regering beslist. Mijn hoofddoel zal zijn om enerzijds de samenstelling van de bemanning maximaal af te stemmen op het ambitieniveau en anderzijds de balans te vinden tussen training, onderhoud en operationele inzet, rekening houdend met de nodige rustperiodes. Enkel dan kunnen we dit mooie resultaat duurzaam exploiteren.
Hoe ziet u de rol van de bemanning in de werking van het schip?
Helena Vande Gaer: Een schip en zijn bemanning moeten kunnen functioneren als een goed geoliede machine. Elk bemanningslid is een radartje in dit proces en moet naast het correct kunnen uitvoeren van zijn eigen taak, vooral ook kunnen meedraaien in het groter geheel. Als commandant ben ik ook één van die radartjes, maar verder is het vooral aan mij om erover te waken dat de juiste radartjes aanwezig zijn én dat er altijd olie in de machine is. Niet te veel en niet te weinig, en steeds van het juiste type. Zo voorkomen we haperingen. Dit brengt uitdagend personeelsbeheer met zich mee, maar we zorgvuldig mee om moeten gaan.
En wat is de rol van materieel?
Helena Vande Gaer: Twintig jaar geleden startte ik mijn operationele loopbaan als wachtofficier, eerst op de mijnenjagers en vervolgens op de fregatten, waaronder de Louise-Marie in 2010. Hoewel heel veel zaken nog zeer herkenbaar zijn, heb ik toch een aantal belangrijke veranderingen kunnen vaststellen in verschillende domeinen. Op het vlak van uitrusting blijven we evolueren zodat we steeds performantere systemen efficiënt en effectief kunnen inzetten. Zo trachten we de schepen voortdurend aan te passen aan de veranderende dreigingen waarmee we geconfronteerd kunnen worden en de bemanning hiertegen de nodige bescherming te bieden.
Het personeelsbestand aan boord wordt steeds diverser. Is dit een goede zaak voor u?
Helena Vande Gaer: Op personeelsvlak zie ik een groot aantal gemotiveerde jonge mensen, die met een grote leergierigheid en inventiviteit bouwen aan een veelbelovende toekomst, terwijl ze gebruik maken van de beschikbare ervaring. Ik zie dat ook steeds meer vrouwen hun plaats aan boord vinden. De diversiteit binnen de bemanning zie ik als een sterk punt. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn aan boord en de kans krijgen om zijn rol op zich te nemen. Wat ons verbindt, is onze inzet om bij te dragen aan het succes van onze missie.