Vicechef Defensie Marc Thys bracht op woensdag 11 augustus een bezoek aan de militairen die instaan voor de voedselbedeling in de meest getroffen regio’s van de watersnoodramp. In Pepinster en Chaudfontaine sprak hij met onze mensen die er in de veldkeukens hun beste beentje voorzetten.

Aan de commandopost in Pepinster kreeg generaal Marc Thys, vicechef Defensie, na aankomst een briefing van kolonel Patrick Mestdagh over hoe de coördinatie van de voedselbedeling verloopt. “We hebben vier veldkeukens op twee locaties ontplooid, twee hier in Pepinster en de andere twee in Chaudfontaine”, legt de kolonel uit. Op elke site worden maaltijden klaargemaakt voor 600 personen, die van daaruit verder worden verdeeld over verschillende locaties. De inwoners kunnen er komen eten maar ze kunnen er ook voor kiezen de maaltijd thuis te nuttigen. “We voorzien dus tweemaal per dag 1200 warme maaltijden. Daarnaast proberen we een overzicht te krijgen van alle andere initiatieven van voedselbedeling, om ook daarmee te kunnen coördineren”, vertelt kolonel Mestdagh.

Om de andere initiatieven in kaart te brengen, zet Defensie liaisonofficieren in die tevens nauw contact houden met de plaatselijke autoriteiten. Kapitein Ann Maes van COMOPSAIR, liaisonofficier in Trooz, vertelt: “We praten zeer veel met de lokale bevolking om hun behoeftes te ontdekken. Velen van hen zijn nog in shock. Verder proberen we alle andere initiatieven te coördineren. Zo hebben we beslist om alle giften te centraliseren in de kerk.” Deze staat afgeladen vol met voeding, kledij en zelfs splinternieuwe elektrische toestellen. De vele vrijwilligers zoeken hun weg in de kerk om de donaties te groeperen per soort. Het is er ontzettend druk en de toestroom aan giften blijft komen.  “Al die solidariteit is heel mooi om te zien en warmt je hart, maar er is een hoge nood aan coördinatie voor al deze privé-initiatieven of er dreigt veel voedsel verloren te gaan”, besluit de liaisonofficier.

Na de briefing zette generaal Thys het bezoek verder bij de veldkeukens op het terrein in Pepinster en Chaudfontaine. “Ik wil toch eens temperatuur nemen op het terrein en praten met de mensen voor een stand van zaken. Horen wat er goed gaat, maar ook wat er niet goed gaat zodat we weten waar versterking nodig is of andere behoeftes zijn. Ik wil een klare kijk hebben op alles wat hier gebeurt. Deze steun is onze eerste prioriteit.” Hij neemt de tijd om even met het personeel te praten en hen een hart onder de riem te steken. “We mogen niet vergeten dat het ook voor de militairen mentaal niet eenvoudig is. We moeten dit nog lang kunnen volhouden dus daar moet de nodige aandacht voor zijn”.

Anderzijds is dit voor de militairen een dankbare opdracht. “Onze eigen bevolking steunen is toch een van de redenen waarom we ervoor gekozen hebben militair te worden”, zegt Patrick Mestdagh. Adjudant Luc Defoor die in Chaudfontaine helpt beaamt meteen: “Het warme gevoel van je eigen landgenoten te kunnen helpen. Dat is ongelooflijk deugddoend.”

De bevolking is dan ook heel dankbaar voor de inzet van alle militairen en de gezonde maaltijden. “Toen we begin augustus de militairen en hun veldkeuken zagen vertrekken, waren we erg ontgoocheld. We zeiden tegen elkaar dat het toch niet waar kon zijn. Onze burgemeester dacht dat het eten van een of andere foodtruck wel voldoende zou zijn. Wel, hier zijn veel oudere mensen en wij eten dat niet”, vertelt een inwoonster zeer overtuigd. “Het eten van de militairen is tenminste een evenwichtige en lekkere maaltijd. Meer zelfs, dat is het enige dat ik nog zal eten”, zegt ze met een knipoog. “Ik had nooit gedacht dat militairen voor ons zouden koken”, lacht ze, “maar ik hoop dat jullie nog zeer lang zullen blijven. We hebben jullie écht nodig.”

Vandaag staan we in voor de voedselbedeling maar dat is lang niet het enige domein waarin Defensie steun levert. Onze veeartsen worden ingezet voor hygiënische controles van het voedsel. De genie heeft een inventaris gemaakt van bruggen in de vallei die hersteld moeten worden. Ook voor het ruimen van puin wordt Defensie ingezet. “We hebben al heel wat capaciteiten ontplooid en er zullen er nog volgen.” Gedecideerd gaat de generaal verder: “Ik ben er mentaal klaar voor dat we de hele winter nog steun zullen leveren. Defensie is de laatste lijn van verdediging, dus ik denk dat we die laatste lijn niet mogen laten zakken. Die moet overeind blijven staan.”