Bemanning Crocus keert terug van speciale missie
De mijnenjager M917 Crocus is op donderdag 19 november naar zijn thuishaven Zeebrugge teruggekeerd. Het schip en zijn bemanning hebben net een operationele periode van drie maanden achter de rug met de SNMCMG1, een van de twee permanente NAVO-mijnenjagersgroepen.
De Crocus voegde zich eind augustus bij de NAVO-vloot SNMCMG1, met vele andere mijnenjagers uit Noord-Europese landen.
Vlak na het vertrek kreeg het schip en zijn bemanning bezoek van de Chef Defensie, admiraal Michel Hofman. Hij sprak met de bemanning over de speciale missie die hen te wachten stond. Niet zozeer speciaal vanuit operationeel oogpunt, maar met het oog op de Covid-maatregelen die in Europa van kracht zijn.
Een van de maatregelen was dat het principe van tussenstops, waar de zeelieden naar uitkijken, volledig werd verstoord. Het was niet meer mogelijk om voet aan wal te zetten zonder speciale maatregelen.
Tijdens de campagne nam de vloot deel aan de mijnenjachtoefening georganiseerd door België, Sandy Coast 2020. Ze nam vervolgens in de Baltische Zee deel aan de operatie HODOPS om historisch achtergebleven explosieven op te sporen en te neutraliseren. Dit gebied is een van de zwaarst bezaaide met explosieven van alle Europese zeeën.
De resultaten van de ontmijningsoperaties zijn heel belangrijk: de vloot detecteerde 54 onderwaterobjecten: functionerende maar soms ook al vernietigde bommen of mijnen. Daarvan nam de Belgische M917 Crocus er zeven voor zijn rekening.
Luitenant-ter-zee eerste klasse Marie-France Godeau, boordcommandant van de Crocus, vat de operatie samen: “Het was een heel bijzondere inzet voor onze bemanning, zonder echte bewegingsvrijheid tijdens de tussenstop. Alleen bepaalde activiteiten waren toegestaan, zoals wandelingen of reizen naar natuurgebieden of reservaten, maar altijd onder toezicht.”
“Die moeilijkheden werden nog versterkt door een nieuwe lockdown in België, die de gezinssituatie van sommige bemanningsleden nog meer onder druk zette. Toch was dit een succesvolle inzet die we ons nog lang zullen herinneren. Het isolement van de vloot maakte een toenadering tussen de bemanningen en solidariteit onder de acht schepen mogelijk, wat leidde tot een verstandhouding en een ongekende sfeer tussen de 320 militairen van de vloot.”
De SNMCMG1-vloot stond onder het bevel van de Litouwse commandant Audrius Venckunas aan boord van het Litouwse vlaggeschip LNS Jotvingis. De andere mijnenjagers in de vloot waren de ENS Admiraal Cowan (Estland), de LNS Jotvingis (Litouwen), de LTS Imanta (Letland), de HNLMS Schiedam (Nederland), de FGS Sulzbach-Rosenberg en FGS Grömitz (Duitsland), de FNS Vatherpaa (Finland) en de HNOMS Maaloey (Noorwegen).