Beter beschermde helikopterpiloten

De eenheden van de 1e, 2e en 10e Wing trainden deze week op de luchtmachtbasis van Beauvechain om een nieuwe ontsmettings- en extractieprocedure uit te werken voor de A109-helikopterpiloten. Naam van de oefening: Passive Wolf.  Ze leren hoe ze zich beter kunnen beschermen tegen CBRN-dreigingen (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair).

 

De extractieprocedure van een piloot en de procedure voor de CBRN-ontsmetting ervan bestaan al voor de F-16-jachtvliegtuigen, maar ze moesten nog ontwikkeld worden voor de A109-helikopters. Dat is dan ook het opzet van de oefening Passive Wolf die ervoor zorgt dat de eenheden van de 1e en 2e Wing kunnen samenwerken om specifieke drills te creëren.

Verloop van de oefening

 

“Tot hiertoe verloopt alles goed,” vertelt sergeant Michiel Maenhout van de 1e Wing, net ontdaan van zijn CBRN-kledij. “Ik heb de weg van aan de helikopter ontsmet en daarna ook het toestel zelf. Vervolgens heb ik de piloot begeleid tot aan zijn extractievoertuig”.

 

“Dan hebben we de apparatuur bekeken om elke vorm van besmetting te voorkomen,” legt hij verder uit, “alvorens alles te ontsmetten. Daarna controleren we het personeel. Als er besmettingsgevaar is, dan doen we de CBRN-kledij van de piloot uit terwijl we minutieus alle verschillende stappen van de procedure respecteren.”

Start van nul

 

Ontwikkelen eerder dan aanpassen: zo legt de Chief Flight CBRN Arnaud Spoiden het uit. Veel elementen verschillen immers tussen de A109- helikopter en de F-16. Het begint al bij de ontsmettende hulpmiddelen die voor de een geschikter zijn dan voor de ander. Gelukkig kon de 2e Wing kennis en ervaringen uitwisselen omdat ze in het verleden al deelgenomen hebben aan gelijkaardige oefeningen in Frankrijk.

 

“Dankzij deze training kunnen we de veiligheid van collega’s die in een besmette omgeving werken optimaal waarborgen. Hiervoor moet iedereen de juiste procedures uitvoeren afhankelijk van het apparaat,” besluit hij.

Aude Ransbotijn

Adrien Muylaert