Defensie en VDAB slaan opnieuw de handen in elkaar met samenwerkingsakkoord

Op woensdag 6 april ondertekenden minister van Defensie, Ludivine Dedonder, en vice-eerste minister en minister van Economie en Arbeid van de Vlaamse regering, Hilde Crevits, een nieuw samenwerkingsakkoord tussen Defensie en VDAB. De ondertekening vond plaats in de Majoor Housiau-kazerne in Peutie. De twee overheidsdiensten werken al sinds 2008 nauw samen, maar dit eerste addendum voegt nieuwe acties toe en brengt de samenwerking in de post-Coronaperiode weer op kruissnelheid. Defensie wil dit jaar nog 2.500 nieuwe mensen aanwerven, waarvan de helft in Vlaanderen.

 

Met deze overeenkomst hernieuwen Defensie en VDAB hun actieve samenwerking van nu al bijna vijftien jaar. Dit brede partnerschap reikt van het aanwerven van personeel tot opleiding en het delen van infrastructuur. Op verschillen plaatsen in Vlaanderen, van Zeebrugge tot in Leopoldsburg, werken beide partners al samen.

 

“Onze ambitie is om tegen 2024 10.000 militaire en civiele werknemers aan te werven, en nog veel meer in de komende jaren. Daarom is het van belang de samenwerking met de federale staten en de regionale werkgelegenheidsinstanties vast te pinnen. Samengevat biedt deze samenwerking voordelen voor de werkzoekenden, voor Defensie en voor VDAB. De samenwerking versterkt ook de sociale rol van Defensie: in ruil voor je dienst aan de natie krijg je een opleiding en carrièremogelijkheden. Ik denk dat dit zeer positief is,” zei Ludivine Dedonder.

 

Nieuw actieplan voor het post-Corona tijdperk

 

De overeenkomst heeft tot doel de samenwerking tussen beide partijen te versterken en meer operationeel te maken. Het doel is de aanwerving te bevorderen en opleidingsmogelijkheden te ontwikkelen. Door de gezondheidscrisis is het aantal gezamenlijke activiteiten van VDAB en Defensie gedaald van 63 in 2020 tot 25 in 2021. Dit aantal moet nu weer worden verhoogd.

 

Concreet betekent dit dat er weer gezamenlijke fysieke voorlichtingsbijeenkomsten, banendagen en evenementen zullen worden georganiseerd. De zichtbaarheid van vacatures bij Defensie zal worden verhoogd op de VDAB-website en er zal een aparte bedrijvenpagina worden gelanceerd. VDAB zal ook bijkomend advies verstrekken aan militairen die het leger wensen te verlaten en wensen terug te keren naar de civiele arbeidsmarkt.

 

Aan defensiezijde zullen de infrastructuur, het materieel en de instructeurs ter beschikking worden gesteld van VDAB voor haar opleidingscursussen.

 

Nadruk op jongeren en opleiding

 

Er wordt speciale aandacht besteed aan de bewustmaking van jongeren. Daarvoor zal er een proefproject worden gestart om hen met Defensie vertrouwd te maken. Zij zullen een korte opleiding kunnen volgen, zonder zich te hoeven verbinden tot een opleiding of een baan. Op die manier kunnen jongeren op een laagdrempelige manier kennismaken met de organisatie en de banen.

 

“Ik ben erg blij dat de nadruk op jongeren ligt, vooral op de jongeren die onder de NEET-paraplu vallen (jongeren zonder baan, onderwijs of opleiding). Zij hebben kansen nodig om zich te ontwikkelen op een werkplek en Defensie kan daar zeker de juiste plek voor zijn”, aldus de Vlaamse minister van Werkgelegenheid. Zij vervolgde: “Zowel VDAB als Defensie hebben baat bij dit addendum. VDAB heeft veel mogelijkheden om de infrastructuur te gebruiken, terwijl Defensie kan rekenen op de extra diensten van VDAB om werknemers aan te trekken.

 

Bovendien zullen met dit addendum voor het eerst duale leercontracten bij Defensie worden ingevoerd. Het gaat hierbij om opleidingen zoals automonteur, polyvalente monteur en onderhoudsmonteur, kantinemedewerker en kok. Het creëert ook stagemogelijkheden voor werkzoekenden die via VDAB een opleiding volgen en bij Defensie stage willen lopen.

 

Kortom, door deze samenwerking zal Defensie zeker veel werkzoekenden bereiken, potentiële toekomstige werknemers van Defensie. Het zal een gelegenheid zijn om hen op verschillende manieren actief aan te spreken en meer mensen te bereiken die de vaardigheden hebben die voor onze functies vereist zijn.

Jacques-Emmanuel De Boeck

Adrien Muylaert