Defensie schort haar optreden in het overstromingsgebied op, maar blijft bereid om in te grijpen: een balans van haar optreden

Op 14 juli, toen er als gevolg van de stortregens werd begonnen met het evacueren van verschillende steden en dorpen in het zuiden van het land, was ook Defensie paraat om de bevolking te helpen. Die steun veranderde doorheen de tijd, tot de laatste militairen een paar dagen geleden het terrein konden verlaten. Een terugblik op 18 weken Hulp aan de Natie.

 

14 juli zal altijd een erg donkere datum blijven voor veel inwoners van tientallen gemeenten in de provincies Luik en Namen. Het gevaarlijk snel stijgende water sleurde alles op zijn pad met zich mee en al heel snel kwamen mensen vast te zitten. Er was dringend behoefte aan actie.

 

Defensie werd te hulp geroepen en reageerde meteen. In het kader van de missie ‘Steun aan de Natie’ kan Defensie binnen het nationale grondgebied noodhulp verlenen ter ondersteuning van andere hulpdiensten, wanneer de middelen van de overige federale diensten ontoereikend, onbestaande of onaangepast zijn. Het Nationaal Crisiscentrum coördineert in dat geval de acties.

 

Zo werden op de avond van 14 juli de eerste militairen, vrachtwagens en boten ingezet en werden de eerste zandzakken uitgedeeld. Ook NH-90 helikopters staan stand-by om, indien de weersomstandigheden het toelaten, ingezet te worden voor reddingsmissies. Op 16 juli werd voor de eerste keer een toestel ingezet in Pepinster.

 

Ondanks chaotische omstandigheden werkten onder andere de civiele bescherming, brandweer, leger en politie op het terrein hand in hand, met als enige doel zoveel mogelijk mensen te redden. Enkele honderden mensen werden met hulp van Defensie geëvacueerd.

 

Hulp na de overstromingen

 

Na de eerste noodhulp was het tijd om puin te ruimen en de getroffen bevolking verder te helpen. Het water vernietigde alles op zijn pad: 43 mensen lieten het leven, terwijl enkele duizenden huizen geheel of gedeeltelijk verwoest raakten. Mensen hadden geen huisvesting meer, geen toegang tot drinkwater en/of konden geen voedsel meer bereiden.

 

Defensie zette veel militairen in, maar ook graafmachines, bulldozers, pompen en dergelijke, om beetje bij beetje de schade te herstellen. De Genie ruimde puin, repareerde wegen, herstelde rivierbeddingen en dijken, installeerde tactische bruggen, pompte water weg, enzovoort.

 

De NH-90 werd opnieuw ingezet, dit keer om grote aantallen voertuigen te hijsen die door het water waren meegesleurd naar plekken die ontoegankelijk zijn voor takelwagens.

 

Maar de hulp van Defensie na de overstromingen ging nog verder dan dat. Vanaf 19 juli werden samen met andere hulpverleners (het Rode Kruis maar ook particulieren) maaltijden bereid en verdeeld in veldkeukens en werden er velddouches ter beschikking gesteld.

 

Militairen van de Medische Component boden psychologische ondersteuning aan de bevolking.

 

De missie: de slachtoffers op alle mogelijke manieren helpen.

 

Coördinatie van de voedselhulp

 

Begin augustus kwam de rampenbestrijding onder leiding van de Speciale Commissie voor Wederopbouw. De federale ondersteuningscel (CAF) coördineert in dat kader de federale hulp. Op 8 augustus werd de coördinatie van de voedselhulp toevertrouwd aan Defensie.

 

Vanaf dat moment bracht Defensie de behoeften van de bevolking in kaart, lijstte alle voedselinitiatieven op en nam de coördinatie daarvan ter harte. En dat was nodig, want hoewel voedsel uit verschillende hoeken binnen kwam, hadden sommige slachtoffers daar geen toegang toe, terwijl anderzijds verschillende initiatieven zich soms op dezelfde plaats concentreerden.

 

In Pepinster en Chaudfontaine werden vier veldkeukens geïnstalleerd, waar militairen maaltijden bleven bereiden. Op het hoogtepunt van de inspanning kon iedere veldkeuken tot 1800 maaltijden per dag aanbieden.

 

Om de toegang tot deze maaltijden voor getroffen burgers te vergemakkelijken, installeerde Defensie ook een tiental verdeelpunten. Soms brachten militairen zelfs maaltijden rechtstreeks naar mensen die zich niet konden verplaatsen.

 

Het Rode Kruis neemt over en de Genie maakt zijn werk af

 

Sinds half september liet Defensie het bereiden van maaltijden over aan het Rode Kruis en een particulier bedrijf. Een maand later nam het Rode Kruis ook de coördinatie van de voedseldistributie over .

 

Ondertussen waren het 4 en 11 Geniebataljon nog steeds actief op het terrein, vooral om op te ruimen en te repareren. Half november voltooiden zij de laatste taken die hen waren toevertrouwd.

 

Het einde van de geniewerken markeert daarmee het einde van de actieve inzet van Defensie in het overstromingsgebied. Deze missie ‘Hulp aan de Natie’, waarvoor er maar liefst 16051 mandagen werden gepresteerd, zal vele militairen uit elk van de Componenten  hebben gemobiliseerd.

 

Defensie blijft echter ter beschikking van de CAF en zal zo nodig opnieuw te hulp schieten, zoals zij dat bij elke noodsituatie doet. Dankzij die paraatheid is Defensie er de afgelopen maanden in geslaagd om, naast haar gebruikelijke missies en operaties, op korte termijn te kunnen ingrijpen in het kader van Hulp aan de Natie of de Covid-pandemie, maar ook om honderden mensen uit Afghanistan te evacueren.

 

De Chef Defensie, admiraal Hofman verklaart: “Deze missie om steun te leveren aan de natie besloeg weer een ander domein dan de voorgaande crisissen, en Defensie heeft opnieuw haar opdracht volbracht. Hoewel de situatie voor de vele slachtoffers natuurlijk nog verre van genormaliseerd is.”

 

Minister van Defensie Ludivine Dedonder vult aan: “Defensie heeft opnieuw haar nut voor de bevolking bewezen. Geconfronteerd met een noodsituatie aarzelden de militairen niet om alle mogelijke middelen in te zetten om burgers in moeilijkheden te helpen. In een tweede fase bleef Defensie beschikbaar om de hulpdiensten te ondersteunen, waar haar hulp ook werd ingeroepen. Ons personeel, geraakt door wat ze ter plaatse zagen, gaf me vaak te kennen nog meer te willen doen. Opnieuw kwam de solidariteit, een centrale militaire waarde, tot uiting. Laten we echter niet vergeten dat onze rol in een crisis het ondersteunen van de hulpdiensten is. Defensie vult de leemten op, zorgt voor versterking wanneer de situatie de normale bevoegde diensten boven het hoofd groeit. De beschikbaarheid van ons personeel, hun bereidheid zich in te zetten, maar ook hun nederigheid, kenmerken onze mannen en vrouwen. Ik ben trots op jullie en feliciteer jullie met al het werk dat jullie hebben verricht. Momenteel is de actieve aanwezigheid van Defensie op het terrein van de overstromingen opgeschort, maar we blijven bereid om in te grijpen als het land ons nodig heeft.”

 

Ontdek het volledige verloop van de missie op  Defensie zet tal van middelen in om slachtoffers van overstromingen te helpen (mil.be)

Julie Debrackeler

Didier Authelet, Defensie