Grote investeringen voor de komst van de F-35 en MQ-9B

Maandagmiddag is een aantal verantwoordelijken samengekomen op de luchtmachtbasis van Florennes. Onder hen de vice-eersteminister en minister van Begroting David Clarinval, de minister van Defensie Philippe Goffin en generaal-majoor vlieger Frederik Vansina, commandant van de Luchtcomponent. Zij bespraken de investeringen voor de toekomstige infrastructuur op de vliegbasissen van Florennes en Kleine-Brogel.

 

In 2025 zal Defensie de eerste F-35A’s ontvangen, de vervanger van de F-16. Een krachtigere motor, stealthcapaciteit, grotere wendbaarheid, dreigingsdetectie over het hele spectrum, … De gevechtsvliegtuigen van de vijfde generatie hebben heel wat voordelen tegenover hun voorgangers.

 

De nieuwe onbemande drones MQ-9B kunnen vijf keer langer (40 uur) vliegen dan de huidige B-Hunter. Ze worden vanop de grond bestuurd vanuit een controlestation op de vliegbasis van Florennes.

 

Die nieuwe uitrusting vereist ook aangepaste infrastructuur, zowel in Florennes als Kleine-Brogel. Daarom heeft Defensie twee openbare aanbestedingen gelanceerd om nieuwe gebouwen te laten bouwen voor de F-35A en die van de MQ-9B. Die infrastructuur zal het onderhoud centraliseren en een doeltreffender beheer en beveiliging mogelijk maken.

 

Ruim 300 miljoen euro werd vrijgemaakt voor de infrastructuur van de F-35A op beide basissen.

 

Het budget voor de aanbesteding van de drone-infrastructuur in Florennes bedraagt 24 miljoen euro. Daarmee wordt ook een deel van de bestaande infrastructuur aangepast.

 

Vice-eersteminister en minister voor Begroting David Clarinval en minister voor Defensie Philippe Goffin benadrukten het belang van die investeringen voor de Belgische economie. Ze komen heel wat bedrijven ten goede, die een reeks aanwervingen kunnen doen. “Investeren in Defensie is investeren in het land”, vertelde Philippe Goffin.

 

De komende jaren wachten nog heel wat investeringen, waaronder een van ongeveer 750 miljoen euro voor nieuwe wapensystemen.

Julie Debrackeler

Rein Van den Bergh

Marc René