Rwanda : 1994 -2024
30 jaar geleden verloren tien Belgische paracommando’s het leven op de eerste dag van de genocide tegen de Tutsi, die de dood van een miljoen Rwandezen zou veroorzaken. Ter nagedachtenis en in de hoop op “nooit meer” trok dit weekend een Belgische delegatie van hoge hoogwaardigheidsbekleders, families van slachtoffers, studenten uit de vier hoeken van het land en militairen naar Kigali.
7 april 1994 – “Kolonel, ik denk dat we gelyncht zullen worden” » – dit waren de laatste woorden van luitenant Lotin, een van de tien paracommando’s die in Rwanda werden vermoord. Allen behoorden ze tot het mortierpeloton van het 2e Bataljon Commando’s uit Flawinne. Op 29-jarige leeftijd laat luitenant Thierry Lotin een vrouw en een ongeboren kind achter.
Deze datum markeert ook het begin van de genocide tegen de Tutsi, waarbij in honderd dagen tijd bijna een miljoen doden vielen.
Sindsdien herdenken we elke 7 april, de datum die omwille van deze dramatische gebeurtenissen werd gekozen, alle Belgische militairen die sinds 1945 in dienst van de vrede om het leven kwamen.
Kruitvat
In november 1993 arriveerden de eerste Belgische militairen in Kigali in het kader van de missie United Nations Assistance Mission for Rwanda (UNAMIR). Ondanks hun aanwezigheid gedurende enkele maanden blijft de Rwandese omgeving vijandig tegenover de Belgen.
Ze bevinden zich verspreid over de stad met voertuigen die terugkeren uit Somalië. Gevoed door de radiopropaganda neemt de spanning toe. Er ontstaat een gevoel van onmacht onder de blauwhelmen. Rwanda is een echt kruitvat.
Op 6 april 1994 wordt om 20h30 het vliegtuig dat de presidenten van Rwanda en Burundi terugbrengt, boven Kigali neergeschoten. De situatie explodeert. Chaos, woede, haat, wanhoop en dood volgen. Het weelderige groen van het land van de duizend heuvels kleurt bloedrood.
Herinneringsplicht
Dit weekend bezochten leerlingen uit Wallonië, Vlaanderen en Brussel, begeleid door het War Heritage Institute (WHI), evenals van de Koninklijke Militaire School (KMS) en de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) de gedenkplaatsen.
“Ik was toen een jonge sergeant, 23 jaar oud en 9 mannen onder mijn bevel,” getuigt een adjudant van het 2e Bataljon Commando’s. “Op dat moment voelden we veel onbegrip en woede.”
“De herinneringsplicht is van groot belang, zowel in België als in Rwanda”, benadrukt de minister van Defensie, Ludivine Dedonder, in het bijzijn van de minister van Buitenlandse Zaken, Hadja Lahbib, de Vice-chef Defensie, luitenant-generaal Frederik Vansina, vertegenwoordigers van families van slachtoffers en vertegenwoordigers van de paracommando-eenheid. “Zich informeren en eruit leren, dat zijn de sleutels voor een ‘nooit meer’”, vervolgt ze.
Herdenkingsmonument
Noa Verbinnen van de school BA Stassart in Mechelen vertelt: “Bij het Nyamata-monument konden we echt voelen wat daar gebeurd was, de gruwel van het bloedbad was nog steeds erg aanwezig.” Op de grond stapelen zich bloederige kledingstukken naast beenderen. Ook de voorgevel van kamp Kigali biedt een treurige getuigenis. Wit, getekend door de inslagen van kogels, laat het kamp geen twijfel bestaan over het tragische einde van onze paracommando’s.
“Het is niet normaal, het is niet menselijk om tot zoiets te komen”, voegt Tristan Lechien van de Ecole du Futur in Bergen toe.
Het verleden kan niet worden veranderd. Maar we kunnen het ons herinneren om aan de toekomst te bouwen.
Ter nagedachtenis van de 10 vermoorde paracommando’s:
Luitenant Thierry Lotin
Eerste-sergeant Yannick Leroy
Korporaal Stéphane Lhoir
Korporaal Bruno Bassinne
Korporaal Louis Plescia
Korporaal Bruno Meaux
Korporaal Marc Uyttebroeck
Korporaal Christophe Dupont
Korporaal Alain Debatty
Korporaal Christophe Renwa
Van de 10 vermoorde Belgische burgers:
Etienne Staelgraeve
Paul Van Vynckt
Albert Craemers
Paul Kesenne
Annie Roland – Mugwaneza
Claire Beckers – Bucyana
Katia Bucyana
Antoine Godfriaux
Christine André
Olivier Dulieu
En van de 2 Belgische burgers die overleden door een gebrek aan zorg
Père Gigi Michel
Hélène Lévêque